vrijdag 17 maart 2017

St. Lucia en Martinique

Ik schreef al eerder over onze ontluikende behoefte aan wat westerse beschaving en een douche. En ik kan u vertellen: we hebben beide gevonden, op Martinique. Via St. Lucia namen we een aanloopje. Dat is een nog echt Caribisch eiland, met wat vleugjes Westerse invloed.

In de baai bij Soufriere genoten we vooral van het schitterende uitzicht op de Pitons. We bleven een dag of 4 liggen, en maakten wat uitstapjes. Zo bracht Storm ons naar een strandje aan de voet van Petit Piton met de verleidelijke naam Sugar Beach. Het grootste deel van dit strand is onderdeel van een resort, maar er is nog een heel klein hoekje beschikbaar gehouden voor het plebs. Prima geregeld. Ik had gelezen dat je hier uitstekend kon snorkelen, dus de gear was mee. Om beurten zwommen Michel en ik een rondje, terwijl we elkaar ook afwisselden met zandkastelen bouwen met onze kleine architecten. Michel was bijna terug bij het strand toen hij haast overvaren werd door een nogal grote catamaran. We keken onze ogen uit. Zeker 100 dames en heren stonden klaar om te water te gaan, gehuld in zwemkleding en een snorkelvestje, snorkel, duikbril en flippers. Binnen no time was het prachtige snorkelplekje vergeven van de rode vestjes. We aanschouwden deze happening vol verbazing. Drie kwartier later werd iedereen weer ingeladen, kon de muziek weer aan en vertrok de catamaran weer om zijn gasten mee te nemen naar de zee, op naar de sundowner. Wij zwommen en bouwden nog wat voeren met Storm weer terug naar het moederschip, om daar onze eigen sundowner te beleven.
Tsuru & Petit Piton

Sugar Beach & Gros Piton

Sugar Beach, een grote catamaran en zo'n 100 snorkelaars.

Het publieke deel van Sugar Beach

En de zon ging weer onder.

In (de buurt van) Soufriere bezochten we ook de botanische tuin (prachtig!) en de vulkaan. De vulkaan is slapend, maar wel soort van actief: d'r komt overal hete stoom naar boven. En het stinkt verschrikkelijk. Op de parkeerplaats vertelde een medewerker al dat we zéker even moesten badderen. We zouden er 10 jaar jonger uitkomen. Met mijn verjaardag in het verschiet was dat geen onaantrekkelijke gedachte, dus we besloten een combiticket te kopen, voor een tour over de vulkaan en badderen in het heilzame zwavelwater. Na de rondleiding hadden we echter meer dan genoeg van de rotte eierenlucht, dus dat bad, dat lieten we maar voor wat het was.
Botanische tuin en Diamond Waterfall
Aan de wandel bij de vulkaan.

Stinkende zwaveldampen!

 

Er was een klein museum over vulkanen in het algemeen en deze in het bijzonder. Jasper vond de maquette die er stond heel interessant! 
We wandelden terug naar de grote weg, in de hoop dat er na niet al te lange tijd een busje zou komen. Dat duurde en dat duurde. Gelukkig kregen we hulp, zij het van een niet al te nuchtere meneer. We vertrouwden het in eerste instantie voor geen meter, hij hield een taxi aan, en we hadden geen zin om heel veel geld te gaan betalen voor de 3 kilometer terug naar het dorp. Maar voor 1 EC per persoon mochten we mee, terwijl de bus eerder die dag 8 EC gekost had. Enige voorwaarde was dat wij ook voor de meneer betaalden. Dat we toen nog een kwartiertje naar zijn gelal moesten luisteren namen we op de koop toe.
Soufriere.
Het regende veel, we zagen elke dag meerdere regenbogen. Bovendien lagen we niet echt rustig in de baai, het hobbelde behoorlijk. Dus toen we de dingen die we wilden zien gezien hadden, besloten we een stukje verder te gaan. Marigot Bay. In de pilot stond nog dat er geankerd mocht worden, maar bij aankomst bleek dit alleen nog in de buitenste baai te mogen. Het wordt daar snel ondiep en de bodem is er nogal rotserig. Niet ideaal dus. Na een verkenningsrondje besloten we aan een boei te gaan liggen. Onze uitgebreide verkenningstocht was ons behulpzaam: de boatboy die ons al aan het begin van de baai had welkom geheten, en ons aan een onofficiele mooring wilde helpen,  taaide af toen er een bootje met een professioneel uitziende meneer aan kwam varen. Hij was van de jachthaven. Voor 30 US dollar konden we een nachtje aan een mooring. Niet zo heel goedkoop, maar inclusief wifi, douches en gebruik van de faciliteiten van het naastgelegen hotel, waaronder het zwembad. En wat een luxe was dat! De baai was superbeschut, waardoor we heel rustig lagen. Dat was lang geleden! Behalve gezwommen, gechilld en gedoucht werd er - door de heren - ook geslingerd. Dikke pret - tot we het feestje beëindigden en weer verder trokken. Toen was het verdriet groot.







Marigot Bay

Marigot Bay

Afijn, het verdriet was van korte duur, want onze derde locatie op dit eiland had weer allerlei leuks te bieden. We gooiden het anker uit in Rodney Bay, nabij het Pigeon Island. We maakten een mooie wandeling naar het fort op de buitenste top. Jasper en ik waagden vervolgens aan de klim naar de andere top, die nog een tikje hoger was. Jasper hupte met vederlichte tred als een berggeitje naar boven, voor zijn moeder gaat de vergelijking met een molenpaard beter op. We bereikten evenwel voldaan de top en genoten van het uitzicht en het frisse briesje. Het landschap deed ons erg Europees aan. Zuid-Engeland, Spanje, we zagen wel gelijkenissen. De ruïnes van de forten die hier stonden werkten daar natuurlijk aan mee.
Ruïnes van een oud fort zijn ook een prima speeltuin! - Pigeon Island




Ook hier zijn gewoon nog blauwe zee en palmbomen. Gelukkig!



Wandelpad naar boven.



Kanonne! 
Zoek de Tsuru...


Berggeitje


Hoera, we zijn er!



Aan het eind van de middag tuften we met Storm naar het strand, waar we tussen de locals zaten. Leuk was dat. Heel anders dan in Soufriere ook, waar de lokale bevolking echt arm lijkt te zijn. Hier kwamen gezinnen met de auto naar het strand om hun zondagmiddag door te brengen met familie, vrienden en lekker eten. Een duidelijke middenklasse. Bijzonder om zo goed te zien wat dat doet met een gebied. 's Avonds gingen we nog even ankerop omdat we de nacht ervoor geen oog dichtgedaan hadden door de harde muziek vanaf het strand. Een eindje verderop kon de ketting weer omlaag. We sliepen prima.
Met de locals op het strand.
Hoe noordelijker we kwamen, hoe westelijker het werd op Saint Lucia. Maar toch was het contrast met Martinique nog groot. We kwamen aan in de hoofdstad Fort de France na opnieuw een weinig comfortabel zeiltochtje. Dat varen, daar is eigenlijk geen klap aan. Volgens de schipper komt het nog goed, en heeft het vooral te maken met het feit dat we momenteel alleen maar scherp aan de wind varen. Het is ook niet dat we echt een alternatief hebben, dus we varen gewoon lekker verder en we doen alsof we het leuk vinden.
Bye bye St. Lucia

Rocher du Diamant, Martinique. Julian vond het meer lijken op een beer. 
Martinique in zicht!


St. Lucia uit...

...Frankrijk aan.





Maar goed. Fort de France dus. We waanden ons in een Zuid-Europees stadje! Een keurige boulevard, echte stoepen, een speeltuin, stoplichten (ja, echt, die hadden we dus al tijden niet meer gezien. Daar waren we ons pas van bewust toen we ze weer zagen. Grappig genoeg hadden we ook wat moeite met ernaar 'luisteren', zo gewend als we geraakt zijn aan 'oversteken als het kan'.) en een MacDonalds. We aten er een ijsje.
Fort de France.
Zonsondergang @Fort de France
De volgende ochtend bleek het laagje Europa wel wat dun te zijn. Veel vergane glorie. Maar wel de luxe van échte supermarkten en andere winkels. Heerlijk. We bleven er twee dagen voordat we naar Le Marin gingen. Daar werd het pas echt chique: we gingen voor het eerst in twee maanden een haven in. Water op de steiger, douches, zomaar even op- en afstappen, café's, restaurants, supermarkten, een kapper, een watersportwinkel, en... wasmachines! Echt goede wasmachines. Wat een genot. We kieperden gelijk al het beddengoed en de handdoeken in de grootste die ze hadden en draaiden de volgende dag nog een flinke kledingwas. Alles weer schoon en droog in een mum van tijd.

En we kregen bezoek! Kleine opa en oma hadden een week lang een appartement op een steenworp afstand van de haven. Gezellig! Ze hadden ook weer de nodige spullen uit Nederland meegenomen, waaronder een nieuwe onderwatercamera. Kunnen we weer mooie plaatjes schieten tijdens het snorkelen. Ze (en wij) hadden wat pech met het weer, de eerste dagen regende het haast aan één stuk, zo erg hadden we het nog niet meegemaakt. Maar later liet de zon zich steeds meer zien. We reden gezamenlijk met hun huurauto over het eiland, best fijn om weer eens wat mobieler te zijn. Michel en ik deden wat boodschappen terwijl de jongens zich vermaakten met opa en oma, en we gingen lekker uit eten op mijn verjaardag.
Heel veel boten en heel veel regen. 
Huppelend over de steiger.


Een stukje rijden, en als het droog is even uitstappen en genieten van het uitzicht.

Chateau Dubuc

Oei... Dát is een lekker ijsje.

En toen was ik jarig en ging de zon weer schijnen. Hup, naar het strand!

Shopperdeshop.

Nog een roadtripje.


Vandaag vertrokken ze alweer, en is het voor ons tijd om weer nieuwe plannen te maken. Dit weekend komen er nog wat bevriende boten deze kant op, de Island Lady ligt hier al. We zijn wat minder aan bootpoetsen toegekomen dan gepland, dus we blijven nog een paar daagjes op Martinique. En daarna zoetjesaan weer verder noordelijk. Dominica staat als eerste op het menu.