donderdag 17 augustus 2017

Tsuru op reis, de statistieken

Gewoon omdat het kan en omdat we het wel geinig vinden, enkele statistieken van onze reis.

In 13 maanden en 3 dagen legden we in 131 tochten 12.339 nautische mijlen af. Dat is 22.852 kilometer. Daar hebben we 2298 uur over gedaan, oftewel bijna 96 etmalen. We motorden hiervan 772 uur. We voeren met een gemiddelde snelheid van 5,4 knopen, maar tijdens de meerdaagse tochten een tikje sneller, namelijk 5,6 knopen. 

Van de 399 nachten die we weg waren, brachten we er 79 op zee door, verdeeld over 23 meerdaagse tochten. De rest van de tijd sliepen we in 37 marina's, aan 9 steigers, op 81 ankerplekken, aan 12 moorings, in 4 hotels en in 1 tent. We bezochten 18 landen. Over onze avonturen schreven we 65 blogs met 1352 foto's, die in totaal 38.483 keer bekeken werden. Bedankt daarvoor!

En natuurlijk... ontelbare mooie momenten, geweldige ontmoetingen en prachtige herinneringen.

Tsuru, uit.


Home sweet home...

Zondag 13 augustus voeren we van Willemstad, waar we de avond daarvoor aangelegd hadden, in drie kwartier naar Noordschans, waar we even na elven aankwamen. Een groot deel van de uitzwaaiers van weleer had zich hier verzameld, superleuk om iedereen weer te zien. De kinderschare trok er gelijk op uit, oma had heerlijke wafels gebakken, en wij vertelden onze stoere verhalen. Na de lunch braken we op, laadden we de auto vol en zetten we koers naar Lent. Het huis was versierd met ballonnen en een vlag, er stonden mooie bloemen op tafel en er waren al wat van onze spulletjes teruggezet (bedankt, opa en oma!).

Ons uitzicht, de laatste avond voor thuiskomst. Gewoon in Nederland.


Alle gastenvlaggetjes die we het afgelopen jaar in het want gehad hebben.

Het welkomstcomité.




Home sweet home



Inmiddels is het huis weer vol, en Tsuru leeg. Ons varende huis is weer 'gewoon' een zeilboot. Het prachtige avontuur is nu echt ten einde. We zijn 4 dagen thuis, en soms voelt het al alsof we niet eens weggeweest zijn. Het is fijn om weer in onze vertrouwde omgeving te zijn, bekende gezichten weer te zien. De jongens gaan het liefst de hele dag met en bij vriendjes spelen, ze hebben wat in te halen. We genieten van een eindeloze douche, van een groot en niet wiebelend bed. Van een vaatwasser. Niet zo heel erg van de wasmachine, want die draait overuren. Maar ja, je zou 't met de hand moeten doen ;-) In huis krijgen onze spulletjes langzaamaan weer een plekje en ook onze agenda's beginnen zich te vullen. Voorlopig nog met sociale activiteiten, maar het zal niet lang duren of het werkende leven begint ook weer.

Hoewel alles vertrouwd is, moeten we nog wel wennen. Wennen aan de gejaagdheid, de drukte, de haast. Aan de drukke wegen. Aan overal mensen, huizen, orde en chaos. Wennen aan het enorme assortiment in de supermarkt, en aan het feit dat we niet groots hoeven in te slaan. Wennen aan overal bekenden tegenkomen. Dus af en toe doe ik gewoon mijn ogen even dicht en waan ik me op een kabbelend schip, voor anker op een turquoise zee, op zwemafstand van het witte strand en de palmbomen. Of midden op zee, met de wind in de zeilen en dolfijnen die rond de boeg springen. Genoeg herinneringen om uit te putten en bij weg te dromen.

vrijdag 11 augustus 2017

Van de magische Highlands terug naar de Zeeuwse kust

In de stromende regen staan we in de eerste sluis van het Caledonisch kanaal, bij Fort William. De deuren zijn dicht en de schuiven gaan open. Het water komt met grote kracht de sluis binnen, en wij worden enkele meters omhoog gestuwd. Dat is de bedoeling. Al na een paar tellen verliest de grote motorboot naast ons echter de controle. Het scheelde weinig of wij waren platgedrukt tegen de sluiswand. Dat zou toch een sneu einde van de reis geweest zijn. Gelukkig zijn de sluiswachters alert en zetten ze de schuiven direct dicht. De schipper van de motorboot ontvangt allerlei adviezen vanaf de wal en de andere schepen in de sluis, die elkaar natuurlijk ook lekker tegenspreken. Tweede poging. Weer mis. Schuiven weer dicht. Driemaal is scheepsrecht, al vragen we ons af of het verstandig is om in alle sluizen naast deze boot te liggen. Nu was ons plan toch al om niet al te ver te gaan deze eerste dag, want we hebben ook nog plannen met opa en oma. Dus we besluiten het na Neptune’s Staircase voor gezien te houden. Dit is een trap van 8 sluizen na elkaar. Aan het begin van deze serie wisselt de grote motorboot van plek met het kleine zeilbootje dat achter hem lag, om zo wat minder last te hebben van de stroming die ontstaat bij het schutten. Maar hij blijkt niet de enige die moeite heeft met het onder controle houden van zijn schip, en ook het kleine bootje ligt ineens dwars in de sluis en bijna met z’n anker in onze romp. Met dank aan de fenders hebben we geen schade, maar we zijn gewaarschuwd… Grappig genoeg hebben we ook tijdens de heenreis in Engeland drie keer een boot tegen ons aangehad door slechte manoeuvres (van hun, niet van ons ;-) ), en hadden we geluk dat de enige schade bij ons daarbij een gat in het relingnet was. De hele reis ging het verder goed – op een paar Fransen met bijzondere ankeracties na -  en nu zijn we weer terug in de UK, en hoppa, daar gáán we weer. Ook verderop in het kanaal parkeert een boot zich namelijk nog tegen ons anker. We vragen ons af waar en hoe die Britten leren varen…

Het is een hele belevenis, dat kanaal. 29 sluizen. Bij Fort Augustus, waar we Loch Ness opvaren via een serie van 5 sluizen en onder toeziend oog van een flink aantal toeristen, raken we aan de praat met een paar Nederlanders die zelf ook zeilen, en zij vragen of dit nou leuk is. “Het is weer eens wat anders,” is mijn politieke antwoord. Als we het eind van het kanaal hebben bereikt en door de laatste sluisdeuren naar buiten varen, de zee weer op, voelen we ons haast even euforisch als na een oceaanoversteek.

Even terug naar Neptune’s Staircase. Bovenaan de trap, bij Banavie leggen we aan. Opa en oma zijn intussen ook daar naartoe gekomen, en hebben ons geholpen met de lijnen. Het duurde allemaal flink langer dan de bedoeling was, dus de 10 eerste sluizen bleken een dagvullend programma, waarbij we ook nog eens flink natgeregend zijn. We hebben geen zin meer om te koken, dus gaan lekker uit eten met z’n allen.
 
De staircase! De boot op de foto is het schip dat ons haast ramde in de eerste sluis...



De dag erna laten we de boot even links liggen, en rijden we de West Highland route met de camper van opa en oma. Prachtig! Hier zijn ook de opnames gemaakt van de trein naar Hogwarts in de Harry Potter films. Halverwege zien we de oude stoomtrein (die nu vol toeristen zit natuurlijk) langsrijden, je waant je haast terug in de tijd. Het weer is wat Schotser dan de voorgaande week, dus nat en koud, en met dramatische wolkenluchten. Maar dat werkt wel met dit ruige landschap, het voegt een extra vleugje magie en mysterie toe.
De Harry Potter brug, oftewel het Glennfinnan viaduct



Apetrots op de steenmannetjes.



Prima plekje!

Past makkelijk!









De volgende dag varen we over Loch Lochy naar Loch Oich. Ook hier is het erg mooi. Onze volgers vanaf de weg maken mooie foto’s van Tsuru zeilend op Loch Lochy. We willen ook graag nog even vermelden dat we met een 50+-voeter in de sluis lagen, en dat we hem er gewoon uit zeilden. We hadden wind in de rug, en ja, dat truukje kennen we natuurlijk nu wel. Passaatzeilen in de kou. Go Team Tsuru!
 
Vlinderen op Loch Lochy.


Ha! Twee boten, zelfde kant op, dat is een wedstrijd. En wij winnen dik!

Tamelijk cool toch wel, dit soort plaatjes.







Opnieuw mag de boot een dagje uitrusten en trekken we erop uit met de camper. Leuke afwisseling en mooie manier om net wat meer van het land te zien dan alleen die delen die aan het water grenzen. We bezoeken het mooie Eilean Donan Castle en stoppen op zo’n beetje elke mooie plek die we tegenkomen. De volgende morgen vertrekken we bijtijds, maar leggen al na een half uurtje weer aan bij Invergarry Castle. Het avontuurlijke paadje ernaartoe weet de jongens nog het meest te bekoren. Daarna vervolgen we onze koers naar Fort Augustus, de toegangspoort tot het legendarische Loch Ness. We zijn weer een paar uur zoet met de vijf sluizen, waarbij we de volle aandacht van het toegestroomde publiek hebben, dat voornamelijk uit Nederlanders en Aziaten bestaat. Net na de sluizentrap leggen we aan, een fraai staaltje inparkeren, al zeg ik het zelf. Dankzij de cameraploeg op de kant is er filmmateriaal van. Fort Augustus stelt verder niet erg veel voor, maar is wel het meest toeristische plaatsje in Schotland dat we tot nu toe tegenkwamen. Dat levert wel eens rare situaties op – zo worden er ongegeneerd foto’s van ons gemaakt. Het is natuurlijk ook heel boeiend om een foto in je album te kunnen plakken van zo’n Hollandse tuttebol die zomaar de was ophangt op een zeilboot.

Bootje inparkeren
Eilean Donan Castle


Heel af en toe vinden we een rijpe framboos of braam!

Invergarry Castle




De sluizentrap in Fort Augustus.







En dan is het tijd voor Loch Ness, het hoogtepunt van deze tocht! Nou ja, dat zou je denken. Eigenlijk is het maar ‘gewoon’ een meer, we hebben geen monster gezien, de andere meren waar we door gevaren zijn waren mooier en het was ook nog eens beroerd slecht weer. Mogelijk was dat nog wel de meest doorslaggevende factor in ons niet geheel positieve eindoordeel van Loch Ness. Maar we kunnen weer wat afstrepen. Bij Urquhart Castle ankeren we, maar het blijft maar regenen, dus ons plan het kasteel te bezoeken valt in het water. We besluiten maar gewoon weer verder te varen. Bij de laatste sluis van de dag, in de buurt van Inverness, horen we dat één van de laatste bruggen op het traject defect is. Al twee dagen kan er geen boot in of uit. We zien ons weather window om naar Nederland over te steken al voorbij  trekken, maar maken van de nood een deugd en gaan naar Whin Park, tot groot plezier van de kinderen. Een elektrisch treintje, het nodige speelgerei en zowaar een droge middag is alles wat we nodig hebben. Als we later die middag ook nog de wifi-code van de nabijgelegen camping weten te achterhalen is de pret compleet. 
Loch Ness bij zonsondergang.

Tsuru op Loch Ness. Lekker Schots weertje.


Vier seizoenen in één dag, dat zeggen ze van het Schotse weer. Deze foto vangt vier seizoenen in één lucht.

Uruqhart Castle
Uruqhart Castle met dramatische lucht en prachtig licht. Hierna ging het regenen, en dat hield de rest van de middag niet meer op. 
Whin Park in Inverness. De machinist heeft er ook zin in.


De soep blijkt minder heet gegeten te worden, en de dag erna wordt de brug geopend. Twee keer, dus we moeten wel op tijd zijn. Het wordt weer een dagvullend programma, die laatste sluizen en bruggen, en inmiddels zijn we er wel een beetje klaar mee. Om niet het risico te lopen dat we alsnog vast komen te zitten in het kanaal gaan we ook de laatste sluis door, naar de marina van Inverness. Daar hebben we de laatste ontmoeting met opa en oma, en we bezoeken Fort George. Een enorm en goed onderhouden fort, waar je als je wilt zo de hele dag zoet kunt zijn. Hoewel de jongens eigenlijk niet zo’n zin hadden (ze wilden liever weer naar Whin Park) was het toch een groot succes. Een beetje grinniken moesten we ook. Vanaf het fort kun je regelmatig tuimelaars zien zwemmen in zee, en we hadden geluk, want ze lieten zich uitbundig zien. Een vriendelijke mevrouw maakte ruimte, want zij zag ze toch heel vaak omdat ze in de omgeving woonde. Jasper en Julian waren binnen een minuut klaar met de dolfijnen. ‘Pffff, al zó vaak gezien.’ Het Dolfinarium staat de komende tijd even niet op het programma.
Richting Inverness.

De brug die niet open ging, en toch wel.

We moesten nog even wachten op deze passerende trein voordat de laatste brug open kon. 

De laatste sluis! Joehoe!

En dat vonden wij helemaal niet erg!
Fort George.


Dit vonden ze dus het leukste van het hele fort. Met blokken een fort bouwen en dat met een rubber balletje kapot schieten.

Inverness, de rivier Ness.



Intussen letten we goed op de weer- en windverwachtingen. Er leek zich een soort van weatherwindow voor te doen. Eerst in zo’n 24 uur naar Peterhead, daar een dagje wachten omdat de wind dan tegen zou staan, en vervolgens met weinig, veel en een beetje wind in ruim drie dagen naar de Roompot. En zo geschiedde. In Peterhead, een verder vrij troosteloos vissersplaatsje, deden we een lekkere lazy Sunday, en lunchten we voor een habbekrats in de lokale pub. Ver achterin weggestopt, want met kinderen moet je niet al te zichtbaar zijn kennelijk. De volgende morgen rende ik nog een rondje, gooiden we de tank vol met diesel en vertrokken we na de lunch. Het was een oversteek die onze liefde voor zeilen, zeker in deze omgeving, niet echt vergrootte… Met name de tweede dag was echt hoogst oncomfortabel. We waren er allemaal een beetje kribbig van. Gelukkig zeilde het laatste stukje nog aardig relaxed.

Peterhead
Bye bye, Peterhead!

Sunset Sailing


Voor de laatste keer het gastenvlaggetje omlaag.

Dat is wel zo'n memorabel moment dat het twee keer moest gebeuren - ze wilden allebei!

Je komt nog eens wat tegen, zo midden op de Noordzee! Het was trouwens aardig druk, met veel schepen en boorplatforms. 
Nederland in zicht!

En toen lagen we ineens in de Roompotsluis. Daar namen we vorig jaar afscheid van onze verstekelingen, en vertrokken we. En nu, precies 13 maanden later, is het echt bijna afgelopen. Voordat we zondag vrienden en familie weer in onze armen sluiten hebben we nog een paar daagjes om even te landen samen. Het is fijn om dat op deze bekende plek te doen. Zelfs mijn telefoon kende het wifi-wachtwoord nog. We aten (mosselen, schnitzel en frikandellen) in het bekende restaurant, gingen zwemmen in het bekende zwembad. We vergapen ons in het kleine supermarktje aan het enorme assortiment, en vooral ook de producten die we al een tijdje missen. We wennen aan het idee dat het nu echt voorbij is.

Bekend terrein!

Met een lach, en een traan. Maar die staat niet op de foto.

Nog meer bekend terrein!


Whaaah! Ze hebben  hier pindakaas, hagelslag, brinta, krentenbollen en smeerkaas!!!