zondag 11 december 2016

Vier

Vier mensen in een bootje zijn vier dagen onderweg en vieren dat ze een vierde van hun oceaanoversteek erop hebben zitten!

We deden dat met popcorn, tot groot genoegen van de jongste twee bemanningsleden.

Inmiddels (zaterdagavond 10 december) hebben we 550 mijl gevaren en nog 1380 te gaan. We varen gemiddeld 130 mijl per etmaal en dat is heel keurig. Momenteel gaan we veul harder, en zitten we op ruim 6 knopen per uur. We hebben al aardig gereefd, maar de wind en de golven willen ons vooruit hebben. We gaan als de spreekwoordelijke brandweer. Wel een dronken brandweer, want mán wat slingeren we. Het slapende deel van de bemanning - iedereen behalve ik - heeft daar niet zoveel last van, dus we laten het maar zo. Schiet tenminste lekker op.

Het gaat lekker! We slapen wat meer dan voorheen tijdens de nachtshifts (wekkertje op 20 minuten, even rondkijken en weer verder knorren), dat scheelt. Wel jammer dat ik zo geen steek verder kom met Game of Thrones, maar dat haal ik wel weer een andere keer in. En het vaste dagritme helpt ook enorm. Zo hebben de jongens inmiddels uitstekend door dat het om half 3 tijd is voor iets lekkers, en vragen ze dus nu niet meer om de haverklap: 'mag ik een snoehoepje?' maar: 'wanneer is het half 3?'. Michel en ik hebben ieder een middagdutje ingeroosterd, dus dat doen we trouw. We komen zelfs meer aan school toe dan normaal, het moet niet gekker worden.

Vissen
Even een apart kopje voor vissen. Te beginnen met het heuglijke feit: we hebben onze eerste zelfgevangen vis verorberd. Heer-lijk! We hebben twee babytonijntjes teruggegooid in zee en een gevecht met een haai (of gewoon een hele grote vis, maar zonder overdrijven was hij zeker een meter lang) verloren. Hij nam ons aas en de lijn mee. Een andere lijn gooide ik vandaag - overvallen door een gemene golf - samen met ons mooiste aasje overboord. Na 'oh nee oh nee oh nee!' volgden er een hoop lelijke woorden, en vervloekte ik het vissen (en mijn eigen onhandigheid) nog maar eens. De jongens keken gisteren een aflevering van Klokhuis over het vele plastic in de zee en ik vrees dat wij daar met al onze verloren aasjes en lijnen een flinke bijdrage aan geleverd hebben. Sorry... Afijn. Met nog een handvol aasjes en één overgebleven lijn denk ik dat het vissen over een dag of twee voor ons gedaan is. Hopelijk vangen we in de tussentijd nog wat.

Het overige zeeleven is weer wat beperkt. Op de eerste dag kregen we twee supergave dolfijnenshows, maar sindsdien bleef het stil. Vliegende vissen, dat is wat we zien. Elke ochtend weer één of twee zielloos op het dek. En gelukkig ook gewoon zo, in de lucht, scherend over het wateroppervlak. Zo af en toe zien we een vogel, dat blijft bijzonder, zo ver van de kust.

Maar verder is het Tsuru, wij vieren en eindeloze zee. De Grutte Grize vaart in de buurt, die zagen we vannacht in de vorm van een groen stipje aan de horizon. De olietanker die ons op 2,5 mijl passeerde was verder het enige schip in dagen dat we zagen.

We kabbelen rustig voort, de dagen rijgen zich aaneen. Flow, flow, flow...

1 opmerking: