De kinderen gaan weer naar school, Michel legt contacten
voor zijn bestaan als ondernemer en ik ben weer begonnen met werken. We hebben
twee hoogslapers van marktplaats gehaald, en twee peuterbedden op marktplaats
verkocht. We denken na over de vervanging van de haperende Skoda en een nieuwe salontafel. Jasper is
begonnen met tennisles ("het is keileuk mama!"), Julian begint volgende week met zwemles. We zijn weer
thuis.
En wat voelt dat verscheurd. De ene helft vindt het
heerlijk, zo fijn om iedereen weer te zien, alles is zo vertrouwd dat het lijkt
of we nooit zijn weggeweest. De andere helft huilt, schreeuwt en heeft heimwee.
Heimwee naar blauw, naar ruimte, naar tijd. Ik ben nog steeds bekaf na een dag
vol mensen. Een rondje rennen helpt, maar ook dan: overal mensen. Op mijn werk
voel ik regelmatiger dan eerst: ‘waar maak je je nou toch druk om?’ Op zich
denk ik dat dat een gezonde instelling is, en dat het best verstandig is om dit
af en toe eens hardop te roepen, maar ik ben me ervan bewust dat het niet al te
handig is om dit de hele tijd te doen. En
tegelijkertijd landt alles wat ik hoor wel weer ergens, en krijg ik wel gelijk
weer zin om ermee aan de slag te gaan. Alsof met elk stukje informatie weer een
knopje wordt omgezet.
De vertrouwdheid is bijzonder. De jongens spelen met hun
vriendjes alsof ze nooit zijn weggeweest, en ik ervaar eigenlijk hetzelfde, pak
zo de draad weer op. Maar stiekem is er natuurlijk wel een jaar verstreken. Een
jaar dat voor veel mensen gewoon weer een jaar erbij was. Gelukkig maar. Maar
voor sommigen was het ook zeker niet zomaar een jaar. Door fijne gebeurtenissen
– geboortes, nieuwe banen, een hond, of zelfs dat allemaal, maar ook minder
fijne en zelfs bijzonder nare. Er gingen mensen dood dit jaar. Niemand zo
dichtbij dat we ervoor terugkwamen, maar nu we thuis zijn is het toch gek ze
nooit meer te zien. Er werden mensen ziek, en er gingen mensen scheiden. Er
kwamen nieuwe liefdes, nieuwe huizen. Een jaar is kort, en lang tegelijk.
Zeggen dat er niks veranderd is doet daar geen recht aan.
De kinderen zijn vooral blij dat ze weer thuis zijn, ze vinden
het heerlijk. Ze spelen met vriendjes, genieten van school. Zijn ook duidelijk een jaar ouder en zelfstandiger geworden. Michel mist het zeilersbestaan best zo nu en dan. En ik geloof
dat ik het nog het moeilijkst vind van iedereen. Maar ook dat komt wel weer
goed. Back to business.
Lijkt me heel raar om weer terug te moeten. En weer mee te draaien in de maatschappij. Gelukkig hebben wij de mogelijkheid om een nieuw bestaan op te gaan bouwen. Want niks wordt na zo iets meer hetzelfde volgens mij.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Rosalinde