zondag 21 mei 2017

Wat een dag, wat een dag

Zo'n oversteek beleef je met de dag, misschien wel met het uur, weten we inmiddels. Op een rotdag is alles rot en lijkt het eeuwig te duren, op een goede dag geniet je je suf en vergeet je haast dat het ook een stuk minder aangenaam kan zijn…

Dag twee van de oversteek. We halen mooie daggemiddelden, van een kleine 140 mijl. De wind waait met een mooie zuid erin, 12-15 knopen, en we kunnen lekker richting noordoost varen. Windgolven zijn er amper, we wiegen rustig op de trage oceaandeining. De zon schijnt, het water en de lucht zijn blauw. Op mijn favoriete plekje achterin de kuip is wat schaduw van de zonnepanelen en waait een prettig briesje. We smeren ons goed in, want je verbrandt levend zo op het water in de felle zon. De jongens spelen, knutselen en luisteren naar het luisterboek van Madelief. In de kuip spelen we 'ik zie ik zie wat jij niet ziet'. We eten de vooraf gekookte maaltijden, maar een driegangenmaal bereiden had prima gekund. Zo mag die oversteek wel een maand duren!

We waren drie dagen onderweg toen zee en wind besloten dat we er klaar voor waren. In de gribs (windkaarten) stond dat we zo'n 15 knopen konden verwachten, dat werden er 24 uur lang 20-25, met een gemene noord erin (oost – zuidoost was de verwachting), zodat we nauwelijks verder naar het oosten kwamen. De golven hielden zich aanvankelijk nog redelijk gedeisd, maar werden naarmate er langer wind stond wel steeds venijniger. Tot drie keer toe werkte een flinke plets water zich de kajuit binnen en in de kuip lagen plukken zeewier. Tot nader order werden alle luiken dus zo hermetisch als mogelijk gesloten. Wie denkt dat een boot waterdicht is, vergist zich overigens. Her en der zijn toch wel kiertjes en gaatjes te vinden waar het zoute water een weg naar binnen weet te vinden, dus inmiddels is werkelijk alles ziltig. Wijzelf incluis.

Tijdens mijn nachtwacht zette ik me schrap om wat, bij elke golf rinkelende kopjes, tot bedaren te brengen, toen ineens een rottige golf me dwars door de kajuit liet vliegen. Met een "oeffff" belandde ik op de navigatietafel, beentjes in de lucht. Gelukkig met slechts een flinke blauwe plek op mijn been tot gevolg, wonder boven wonder had ik mijn hoofd niet gestoten. Ik raadpleegde nogmaals de gribs en riep wanhopig uit: "waarom, waarom? Het hoort 14 knopen te zijn, geen 27!!" en sms-te met de sateliettelefoon de Island Lady: is het bij jullie ook zo rot? Gedeelde smart is halve smart. Ze blijken maar zo'n 25 mijl bij ons vandaan te zitten, en gek genoeg geeft dat wat troost, hoewel je er concreet natuurlijk weinig aan hebt.

Slapen in de voorhut was inmiddels ook vrij oncomfortabel geworden, helemaal omdat Jasper er ook lag. Daardoor konden wij (om de beurt, nooit tegelijk…) niet tegen de zijkant van de boot liggen en werden die paar uurtjes slaap ook nog een uitdagende core stability oefening. Uitputtend. We besloten te verkassen naar de achterhut, waar weliswaar Julian met wat zachte dwang opzij gedirigeerd moest worden, maar het aanzienlijk minder schommelde en het makkelijker was om met wat kussens een enigszins comfortabel slaapplekje te creëren.

Slapen deden – en doen - we zodra het kan. Om en om tijdens de nacht, maar ook overdag nog 1, 2, 3 keer. Het is op de een of andere manier lastig om in slaap te vallen, dus de nachten zijn echt kort. Bovendien is het continu, ook als je zit of ligt, in evenwicht houden van je lijf ook behoorlijk vermoeiend.

Kommer en kwel, zo'n dag. Inmiddels is de rust weergekeerd en waait het daadwerkelijk zo'n 15 knopen. Toen Michel me wekte voor mijn tweede nachtshift piepte er voorzichtig een maansikkeltje tussen de wolken door en verschenen er wat sterren aan de hemel. We kunnen weer wat meer richting oost varen. In de verte zie ik wat bliksemflitsen, maar die laten we achter ons, dus geen reden tot zorg. En als dan morgen de zon weer schijnt, is alles weer vergeten. Zo gaat dat. Weer een dag voorbij.

dinsdag 16 mei 2017

Op naar de Azoren!

300 liter diesel, bijna 500 liter water, 3 liter tomatensaus (vers, en dan nog een stuk of 15 potjes), 50 appels, 20 pakken afbakbroodjes, allerhande blikvoer... Zomaar even een greep uit de voorraad.



Vandaag vertrekken we. Tot ziens, prachtige, heerlijke, warme, maffe Carieb, met je blauwe zee en witte stranden. We gaan je missen, maar hebben ook veel zin in het vervolg van ons avontuur op de Azoren.

Op de pagina 'waar zijn wij nu' proberen we regelmatig door te geven waar we uithangen en wellicht sturen we ook af en toe een blogje de wereld in. We zullen zo'n drie weken onderweg zijn.

See you on the other side!

zaterdag 13 mei 2017

Wachten op Sint Maarten

Dikke vette woei, en dikke vette regen. Ook dat is de Carieb. Maar natuurlijk schijnt ook hier de zon en plonzen we regelmatig nog even in het warme, turquoise water. Gistermorgen was het echter bewolkt en windstil. Een troosteloze dag. En toen... Brak het los. 30 knopen wind, uit het niets. Leven in de baai, ieder die aan boord was stond op de punt naar z'n anker te loeren, bijbootjes raceten fluks terug naar het moederschip. Her en der krabde er een anker en schoof een boot enkele tientallen meters op. De Fransen waar wij tijdens de vorige plotselinge woei-aanval iets te close mee waren geworden, lagen haast tegen de Zwitserse catamaran een eindje verderop. De Fransen waren een dag of wat na ons gekomen, gooiden hun anker in 't zand en geloofden het wel. Op ons verzoek een eindje op te schuiven reageerden ze vrij laconiek: joh, ligt toch prima? Dat bleek niet zo te zijn. Toen het écht ging waaien lagen ze tegen ons aan en zijn we een halve nacht in touw geweest met bijbootjes als stootkussens om schade te voorkomen. Zij konden niks, want hun motor kon niet starten omdat ze aan het klussen waren. Wij konden niks omdat onze ketting onder hun boot lag. En dat alles kon ze vrij weinig schelen, met dank aan de door wiet aangetaste prefrontale cortex. De volgende ochtend wilden ze nog niet verplaatsen: het lag nu toch weer prima? Dat wij inmiddels met 50 meter ketting op 3 meter diepte lagen en daarmee de hele baai door zouden slingeren bij het minste zuchtje wind, daar dachten ze niet zo over na. Komt tijd, komt raad. Afijn, wij waren zodra het mogelijk was maar een eindje verderop gaan liggen, en daar waren we nu blij om. Rondom ons leek ditmaal alles goed te gaan en ook Tsuru bleef keurig op z'n plek. Maar enerverend was het wel.
Dikke woei in Marigot Bay
Zo kan het ook zijn...
Niet veel later was het ineens weer windstil en konden we over tot de orde van de dag. Bas van de Agaath en ik takelden Michel de mast in. Hij controleerde of alles nog vast zat, en dat was zo. Na gedane arbeid was het tijd voor de sundowner en kwamen ook Donatien (mevrouw Agaath) en Jouke en Pleuni (meneer en mevrouw Island Lady) aan boord. En ineens zijn onze dagen weer een stuk alcoholischer dan de twee maanden hiervoor, waarin we ons bijna blauwe knoop waardig hadden getoond. 

We bereiden ons voor op de oversteek, die misschien over twee dagen, maar misschien ook pas over twee weken gaat plaatsvinden. Dat blijft toch lastig, dat 'misschien dan, misschien wat later'. Steeds weer opladen, en dan toch weer een dag, een week wachten. Afijn. Die onzekerheid drinken we dus gezellig weg. Intussen doen we wassen, ruimen we op, checken we de motor en de verstaging, en minstens drie maal daags het weer. We doen in vier verschillende supermarkten boodschappen met een gehuurde auto, en bezoeken en passant ook nog even de niet buitengewoon noemenswaardige toeristische hotspots van het eiland. Vliegtuig spotten krijgt hier een heel nieuwe dimensie: ga op het strand staan en wacht tot er een vliegtuig landt of opstijgt. Je haren wapperen de lucht in! We klimmen uiteraard weer naar een fort en vallen lekker uit de toon bij de Country Club, waar we mogen zwemmen en douchen mits we een drankje nuttigen. We drinken er braaf een kopje koffie. We regenen door- en doornat in Philipsburg, de hoofdstad van het Nederlandse deel van het eiland. We schijnen met een zaklamp in het water om de gigantische vissen te lokken. Jasper speelt gitaar op de Island Lady. En dan checken we het weer weer. 












Zoals het er nu uitziet gaan we misschien zondag. Maar misschien ook niet. We houden u op de hoogte. Intussen heb ik een leuke nieuwe gadget gevonden. Op de pagina "Route & waar zijn wij nu" staat bovenaan een nieuw kaartje. Tijdens de oversteek verschijnen daar als het goed is onze posities op, die we dagelijks proberen door te geven. 

vrijdag 5 mei 2017

Een rottocht. En natuurlijk mooie stranden, enzo.

Over een week
Al meer dan een week zou het 'over een week' rustig weer worden, zodat we, weliswaar met tegenwind, maar met weinig tegenwind, naar Sint Maarten konden varen. Het bleef maar 'over een week', dus op een zeker moment besloten we dan toch maar tegen 20 knopen wind in te gaan hakken. Da's een windkrachtje 5. Verre van chill. We kruisten nog wat op (ook omdat de dieseltank bijna leeg was, en de motor onder helling er het laatste restje niet uitgeslurpt kreeg), en zo kwam het dat we 30 uur onderweg waren (in plaats van de 16 op de heenweg), 120 mijl aflegden (in plaats van de 80 die het in een rechte lijn was) en helemaal gaar ons anker in de baai van Marigot, de hoofdstad van het Franse deel van het eiland - Saint Martin dus, lieten vallen. Tussen de Grutte Grize en Agaath, for old times sake.

Frisse tegenzin
Het was een rottocht, zal ik maar even ongecensureerd zeggen. Dan helpt het dus niet als er appjes binnenkomen met 'enkele reis St. Maarten - Schiphol: €280,-' (aanrader dus, mocht je nog eens een Caribisch vakantietripje willen doen.). Ik had al bijna geboekt. Het 'voor wie DOEN we dit nu eigenlijk' overheerste de 'wat een geweldige ervaring gaat dat weer zijn' nogal. Maar ja. Er is nog een boot die terug moet, een man die het wel geinig vindt om dat varend te doen, een niet zo volle boordkas meer en bovenal nog zoveel reis in het verschiet. De Azoren, Schotland, misschien nog een vleugje Noorwegen... Behalve op het weer en de zeetemperatuur aldaar verheug ik me daar nog enorm op. Dus. We komen op adem in de baai van Marigot, de scherpe randjes gaan er weer vanaf, en als je 't me over een een paar dagen vraagt heb ik er misschien zelfs wel een beetje zin in.

Reünie
Maar nu liggen we hier nog even heerlijk! Hoewel er al aardig wat boten zijn vertrokken vinden wij het weer nog wat te onbestendig, en hebben we nog wat tijd nodig om onszelf en Tsuru weer  helemaal oversteekklaar te krijgen. Op de eerste avond was er al gelijk een Hollandse gathering op het strand, waar we met veel plezier even bij aansloten. Met de Island Lady hebben we inmiddels de vaste Weerborreldate, elke middag om 4 uur checken we samen de weersverwachting voor de oversteek onder het genot van een glaasje cola. We zagen de Agaath en de Zahree weer, onverwacht maar heel erg leuk. We waren net op tijd om de Grutte Grize, die al richting Azoren vertrok, en de K'Dans, die naar de BVI ging, uit te zwaaien.

Terug naar Norman Island
Maar... Even terug in de tijd! Want het laatste blog dateert van halverwege ons BVI-tripje. En toen waren we er nog lang niet uitgekeken. Op Norman Island (daar waren we gebleven, lees anders maar even terug ;-) ) wandelden we langs één van de trails naar prachtige vergezichten. Wandelen is, zo lang de routes niet te lang en een beetje avontuurlijk zijn, een prima tijdverdrijf, ook met onze twee guppen. Waar we op de BVI een beetje tegenaan liepen was namelijk dat er geen klap te doen is, behalve naar het strand gaan. Ja, en duur uit eten, borrelen, dat soort, maar dat paste maar zeer beperkt in ons budget en is bovendien niet de favoriete hobby van de jonge heren. Afijn, een eiland met leuke trails was dus een welkome afwisseling!


De heren overzien het geheel.

Iemand wilde per se zijn laarzen aan...





Noorse luxe
Inmiddels was ook de Freya gearriveerd in de BVI. Zij zetten op de US Virgin Islands de boot op transport naar Engeland, dus de laatste kans om samen op te trekken. We ontmoetten elkaar in een lieflijk baaitje op Peter Island, waar ook drie Noorse boten lagen. Zij lagen, zoals dat in Scandinavië gaat, geankerd en met een lange lijn naar de kant. Wij volgden hun voorbeeld braaf, en de Freya deed dat vervolgens ook. Het levert mooie plaatjes op! In één van de Noorse boten huisde een gezin dat we eerder op St. Maarten waren tegengekomen, met een jongetje van 5 dat héél graag wilde spelen. Julian zag dat ook wel zitten, en Michel mocht mee op playdate. De boot was van alle luxe voorzien: watermaker (160 liter per uur), wasmachine, vriezer, enorme tv in de masterbedroom, zodat er bioscoopsessies gehouden konden worden, espressoapparaat, een drone (rara, waar komen die foto's vandaan...) en om al dat van stroom te voorzien 2,5 keer zoveel zonnepanelen als op ons bootje. Mochten we dit nou nog een keer gaan doen, en in de tussentijd dik binnenlopen, dan richten we onze boot in naar dat voorbeeld.
Ook onder water kwamen we leuk spul tegen.


Tsuru netjes aan de lijn.

We klauterden naar boven, daar stond een oude, vergane villa. Doodzonde, maar wel heel bijzonder om te zien.



Avontuurlijke manoeuvres
Het enige jammere van dit mooie baaitje was dat er geen strand was. Na twee nachten hielden we het dan ook voor gezien en gingen we door naar Cane Garden Bay. Hier konden we boodschappen doen, water en diesel tanken. Dat was allemaal best een avontuur. Boodschappen omdat er nergens prijzen bij stonden - steeds weer een verrassing of we ons mandje konden afrekenen of niet. Het tanken omdat een niet echt perfect uitgevoerde aanlegmanoeuvre ervoor zorgde dat we met de spiegel tegen een dikke bout aan kwamen, die zich haast door ons scheepje boorde. Kwam natuurlijk ook doordat het heel lastig was door de wind enzo. Het lag niet aan ons, dat snapt u.
Geen geld...

Perceptie
Via Trellis Bay, waar - als het volle maan is, en dat was het net ff niet - full moon party's gehouden worden, gingen we naar de Baths. Eigenlijk de grootste attractie van de BVI. Met dank aan de tips van de Antares waren wij er op een superrustig moment en dat was echt heel gaaf. Het werd zowaar ook nog zonnig, en dat maakte het allemaal nog mooier, dit klim- en klauterparadijs. Rond vijf uur gooiden we de mooring los - je mag daar alleen overdag liggen - en keerden we terug naar Savannah Bay, u weet wellicht nog wel, de baai vol Puerto Ricaanse motorboten. Die waren er nu niet. Bovendien was het weer compleet anders - bewolkt. Het blijft bijzonder dat zo'n plek dan ook totaal anders is. We merkten het onderweg al vaker, dat onze ervaring bij een plek heel anders was dan dat van anderen, dus we hebben inmiddels geleerd ons niet al te veel aan te trekken van wat anderen ergens van vonden, maar nu ervoeren we dat je zelf één en dezelfde plek ook al heel anders kan ervaren. En dan zat er maar twee weken tussen. Het hangt zo af van het weer, de omstandigheden, hoe je zelf in je vel zit...


Ff lekker lezen.
Tsuru in Trellis Bay

Yoohoo voor de full moon party

Wonderlijke rotspartijen in The Baths

Daar kan je dus ook lekker klauteren.


En badderen.



Dit is nou een sugar rock.

Biiiiiig rocks 

Spetter Pieter Pater...

Bye bye, BVI
Toen we wegvoeren bij Savannah Bay konden we nog even een laatste keer zwaaien naar de Freya, die precies de andere kant op voer. Wij gingen richting Prickly Pear Island. We besloten tijdens het Happy Hour naar Saba Rock te gaan, een piepklein eilandje met een piepklein hotelletje en een restaurant/bar. Dat was een heerlijk einde van ons BVI-avontuur. De jongens genoten van het grasveldje, de poes, het tarpon (grote vis) voeren en een cola. Wij van de heerlijk relaxte sfeer, de genietende kindjes en de Painkiller resp. Rum Punch. Tijd om deze prachtige eilanden achter ons te laten. Dubbel gevoel, want wel ontzettend ingelijfd door de vakantievierende Amerikanen. Maar prachtig, dat zeker. Voor een vakantie zou ik het niemand afraden.
U zei: Loungebank?

Kan die cola even wat dichterbij, zodat ik ook vanaf de bank bij het rietje kan?

Ik wil thuis ook een poes. (Papa niet).

Tarpon!

Cheers, darling!

Een painkiller (helpt echt), rum punch en 2 cola.




En zo waren we weer rond. We vertrokken door het beboeide kanaal met af en toe slechts 2,5 meter water onder ons, en met een frisse tegenwind begonnen we aan de terugtocht naar Sint Maarten.