Het sneeuwde. Weeralarm. Is het wel verantwoord om te gaan? We waagden het erop, en kwamen, in de nieuwe Polo met all season banden, veilig aan in Hellevoetsluis. De (tweede) auto was er gekomen omdat Michel inmiddels een nieuwe baan heeft en daar de nodige mijlen... uh... kilometers voor moet maken.
Maar dat terzijde. We gingen naar Hellevoetsluis, omdat Tsuru daar inmiddels alweer een tijdje op de kant staat. U weet wellicht nog van de aanvaring met de walvis, kort na vertrek van St. Maarten? We hebben er toen niet al te uitgebreid over geschreven, maar eind van het liedje was dat we er een flinke schade aan overgehouden hebben. Het roer heeft een goede optater gehad en moet compleet vervangen worden. Dat doen ze in Hellevoetsluis. En daar moesten we dus naartoe, want Tsuru kreeg nieuwe eigenaars. Dát was de reden. Via via (dank, M.K. :) ) waren we in contact gekomen met een vriendengroep die grootse plannen heeft, en wel wat zag in Tsuru als middel om die plannen te verwezenlijken. We kwamen tot een deal, en een afspraak voor de overdracht.
En toen sneeuwde het dus. Hard. Het waaide ook. Tegen de sneeuwstorm in ploegden we ons van de auto naar de boot. De contracten in een plastic hoesje gelukkig. Julian huilde omdat zijn handen zo'n pijn deden van de kou (fatsoenlijke wanten kochten we een dag later). Vier kopers en wij klommen de ladder op, stapten via het zwemplateau in de kuip en warmden op in de kajuit (die kachel, daar waren we maar weer eens blij mee) van ons varend-huis-voor-een-jaar. Papieren werden getekend, de laatste tips gegeven, handen geschud. En toen ploegden we door de sneeuw weer terug. Bye bye Tsuru, bon voyage!
Da's net ff anders dan in helder blauw water plonzen...
Hoe dat voelt? Dat wil iedereen weten. Het voelt goed, goed dat nieuwe mensen een nieuw avontuur aangaan met - niet meer - onze fantastische boot. We wensen ze fantastisch veel plezier en mooie belevenissen toe! Goed ook dat wij er vanaf zijn, om het even oneerbiedig te zeggen. Zeilen, het bootleven, zee, zon,warmte, eeuwige tijd en ruimte, dolfijnen, mahi mahi's..., da's best ons ding. Maar het bezitten van een boot in Nederland... Nee, dat is niet zo ons ding. Natuurlijk liet ik een traantje, in de auto terug. Dat is dan wel weer mijn ding. Het was al voorbij, en nu is het nog meer voorbij. Dit allerprachtigste jaar. Heimwee voor altijd.
We wensen jullie heerlijke feestdagen en een prachtig nieuwjaar. Er is meer mogelijk dan je denkt.
Tsuru - nu echt - uit
P.S. Ben je nu ook van plan om die bowlines eindelijk eens los te gooien, de veilige haven achter je te laten en te gaan exploren, dreamen en discoveren? We hebben een hoop geschreven op dit blog, maar natuurlijk lang niet alles. Voor tips & tricks mag je altijd even mailen, we vinden het alleen maar leuk om onze ervaringen te kunnen delen! tsuruopreis@outlook.com.
P.S.2 Het gaat best goed met ons. De jongens zijn vanaf dag 1 weer volledig geïntegreerd op school en in hun sociale leven, zwemles gaat als een malle (is zo'n jaar varen toch ergens goed voor), en vinden het heerlijk weer thuis te zijn. Jasper tennist, Julian zit op karate. Daar genieten ze van. Als ik even dreig te verzanden in een heimwee-bui dan weten ze heel precies de mindere kanten te benoemen (het gaat zo scheef, die golven zijn zo naar, je kunt niet lekker slapen, je wordt misselijk... Om maar wat te noemen). Mij kostte het iets langer dan die ene dag om weer te acclimatiseren, maar dat is inmiddels ook vrij aardig gelukt, en Michel is een paar maanden zeer toegewijd huisvader geweest, heeft even geflirt met het ondernemerschap, maar heeft nu weer een leuke baan gevonden. We doen weer lekker mee in de rat race van het leven. Maar toch net een beetje anders.
De kinderen gaan weer naar school, Michel legt contacten
voor zijn bestaan als ondernemer en ik ben weer begonnen met werken. We hebben
twee hoogslapers van marktplaats gehaald, en twee peuterbedden op marktplaats
verkocht. We denken na over de vervanging van de haperende Skoda en een nieuwe salontafel. Jasper is
begonnen met tennisles ("het is keileuk mama!"), Julian begint volgende week met zwemles. We zijn weer
thuis.
En wat voelt dat verscheurd. De ene helft vindt het
heerlijk, zo fijn om iedereen weer te zien, alles is zo vertrouwd dat het lijkt
of we nooit zijn weggeweest. De andere helft huilt, schreeuwt en heeft heimwee.
Heimwee naar blauw, naar ruimte, naar tijd. Ik ben nog steeds bekaf na een dag
vol mensen. Een rondje rennen helpt, maar ook dan: overal mensen. Op mijn werk
voel ik regelmatiger dan eerst: ‘waar maak je je nou toch druk om?’ Op zich
denk ik dat dat een gezonde instelling is, en dat het best verstandig is om dit
af en toe eens hardop te roepen, maar ik ben me ervan bewust dat het niet al te
handig is om dit de hele tijd te doen. En
tegelijkertijd landt alles wat ik hoor wel weer ergens, en krijg ik wel gelijk
weer zin om ermee aan de slag te gaan. Alsof met elk stukje informatie weer een
knopje wordt omgezet.
De vertrouwdheid is bijzonder. De jongens spelen met hun
vriendjes alsof ze nooit zijn weggeweest, en ik ervaar eigenlijk hetzelfde, pak
zo de draad weer op. Maar stiekem is er natuurlijk wel een jaar verstreken. Een
jaar dat voor veel mensen gewoon weer een jaar erbij was. Gelukkig maar. Maar
voor sommigen was het ook zeker niet zomaar een jaar. Door fijne gebeurtenissen
– geboortes, nieuwe banen, een hond, of zelfs dat allemaal, maar ook minder
fijne en zelfs bijzonder nare. Er gingen mensen dood dit jaar. Niemand zo
dichtbij dat we ervoor terugkwamen, maar nu we thuis zijn is het toch gek ze
nooit meer te zien. Er werden mensen ziek, en er gingen mensen scheiden. Er
kwamen nieuwe liefdes, nieuwe huizen. Een jaar is kort, en lang tegelijk.
Zeggen dat er niks veranderd is doet daar geen recht aan.
De kinderen zijn vooral blij dat ze weer thuis zijn, ze vinden
het heerlijk. Ze spelen met vriendjes, genieten van school. Zijn ook duidelijk een jaar ouder en zelfstandiger geworden. Michel mist het zeilersbestaan best zo nu en dan. En ik geloof
dat ik het nog het moeilijkst vind van iedereen. Maar ook dat komt wel weer
goed. Back to business.
Gewoon omdat het kan en omdat we het wel geinig vinden, enkele statistieken van onze reis.
In 13 maanden en 3 dagen legden we in 131 tochten12.339 nautische mijlen af. Dat is 22.852 kilometer. Daar hebben we 2298uur over gedaan, oftewel bijna 96 etmalen. We motorden hiervan 772 uur. We voeren met een gemiddelde snelheid van 5,4 knopen, maar tijdens de meerdaagse tochten een tikje sneller, namelijk 5,6 knopen.
Van de 399 nachten die we weg waren, brachten we er 79 op zee door, verdeeld over 23 meerdaagse tochten. De rest van de tijd sliepen we in 37 marina's, aan 9 steigers, op 81 ankerplekken, aan 12 moorings, in 4 hotels en in 1 tent. We bezochten 18 landen. Over onze avonturen schreven we 65 blogs met 1352 foto's, die in totaal 38.483 keer bekeken werden. Bedankt daarvoor!
En natuurlijk... ontelbare mooie momenten, geweldige ontmoetingen en prachtige herinneringen.
Zondag 13 augustus voeren we van Willemstad, waar we de avond daarvoor aangelegd hadden, in drie kwartier naar Noordschans, waar we even na elven aankwamen. Een groot deel van de uitzwaaiers van weleer had zich hier verzameld, superleuk om iedereen weer te zien. De kinderschare trok er gelijk op uit, oma had heerlijke wafels gebakken, en wij vertelden onze stoere verhalen. Na de lunch braken we op, laadden we de auto vol en zetten we koers naar Lent. Het huis was versierd met ballonnen en een vlag, er stonden mooie bloemen op tafel en er waren al wat van onze spulletjes teruggezet (bedankt, opa en oma!).
Ons uitzicht, de laatste avond voor thuiskomst. Gewoon in Nederland.
Alle gastenvlaggetjes die we het afgelopen jaar in het want gehad hebben.
Het welkomstcomité.
Home sweet home
Inmiddels is het huis weer vol, en Tsuru leeg. Ons varende huis is weer 'gewoon' een zeilboot. Het prachtige avontuur is nu echt ten einde. We zijn 4 dagen thuis, en soms voelt het al alsof we niet eens weggeweest zijn. Het is fijn om weer in onze vertrouwde omgeving te zijn, bekende gezichten weer te zien. De jongens gaan het liefst de hele dag met en bij vriendjes spelen, ze hebben wat in te halen. We genieten van een eindeloze douche, van een groot en niet wiebelend bed. Van een vaatwasser. Niet zo heel erg van de wasmachine, want die draait overuren. Maar ja, je zou 't met de hand moeten doen ;-) In huis krijgen onze spulletjes langzaamaan weer een plekje en ook onze agenda's beginnen zich te vullen. Voorlopig nog met sociale activiteiten, maar het zal niet lang duren of het werkende leven begint ook weer.
Hoewel alles vertrouwd is, moeten we nog wel wennen. Wennen aan de gejaagdheid, de drukte, de haast. Aan de drukke wegen. Aan overal mensen, huizen, orde en chaos. Wennen aan het enorme assortiment in de supermarkt, en aan het feit dat we niet groots hoeven in te slaan. Wennen aan overal bekenden tegenkomen. Dus af en toe doe ik gewoon mijn ogen even dicht en waan ik me op een kabbelend schip, voor anker op een turquoise zee, op zwemafstand van het witte strand en de palmbomen. Of midden op zee, met de wind in de zeilen en dolfijnen die rond de boeg springen. Genoeg herinneringen om uit te putten en bij weg te dromen.
In de stromende regen staan we in de eerste sluis van het
Caledonisch kanaal, bij Fort William. De deuren zijn dicht en de schuiven gaan
open. Het water komt met grote kracht de sluis binnen, en wij worden enkele
meters omhoog gestuwd. Dat is de bedoeling. Al na een paar tellen verliest de
grote motorboot naast ons echter de controle. Het scheelde weinig of wij waren
platgedrukt tegen de sluiswand. Dat zou toch een sneu einde van de reis geweest
zijn. Gelukkig zijn de sluiswachters alert en zetten ze de schuiven direct
dicht. De schipper van de motorboot ontvangt allerlei adviezen vanaf de wal en
de andere schepen in de sluis, die elkaar natuurlijk ook lekker tegenspreken.
Tweede poging. Weer mis. Schuiven weer dicht. Driemaal is scheepsrecht, al
vragen we ons af of het verstandig is om in alle sluizen naast deze boot te liggen.
Nu was ons plan toch al om niet al te ver te gaan deze eerste dag, want we
hebben ook nog plannen met opa en oma. Dus we besluiten het na Neptune’s
Staircase voor gezien te houden. Dit is een trap van 8 sluizen na elkaar. Aan
het begin van deze serie wisselt de grote motorboot van plek met het kleine
zeilbootje dat achter hem lag, om zo wat minder last te hebben van de stroming
die ontstaat bij het schutten. Maar hij blijkt niet de enige die moeite heeft
met het onder controle houden van zijn schip, en ook het kleine bootje ligt
ineens dwars in de sluis en bijna met z’n anker in onze romp. Met dank aan de
fenders hebben we geen schade, maar we zijn gewaarschuwd… Grappig genoeg hebben
we ook tijdens de heenreis in Engeland drie keer een boot tegen ons aangehad
door slechte manoeuvres (van hun, niet van ons ;-) ), en hadden we geluk dat de
enige schade bij ons daarbij een gat in het relingnet was. De hele reis ging
het verder goed – op een paar Fransen met bijzondere ankeracties na - en nu zijn we weer terug in de UK, en hoppa,
daar gáán we weer. Ook verderop in het kanaal parkeert een boot zich namelijk
nog tegen ons anker. We vragen ons af waar en hoe die Britten leren varen…
Het is een hele belevenis, dat kanaal. 29 sluizen. Bij Fort
Augustus, waar we Loch Ness opvaren via een serie van 5 sluizen en onder
toeziend oog van een flink aantal toeristen, raken we aan de praat met een paar
Nederlanders die zelf ook zeilen, en zij vragen of dit nou leuk is. “Het is
weer eens wat anders,” is mijn politieke antwoord. Als we het eind van het
kanaal hebben bereikt en door de laatste sluisdeuren naar buiten varen, de zee
weer op, voelen we ons haast even euforisch als na een oceaanoversteek.
Even terug naar Neptune’s Staircase. Bovenaan de trap, bij
Banavie leggen we aan. Opa en oma zijn intussen
ook daar naartoe gekomen, en hebben ons geholpen met de lijnen. Het duurde
allemaal flink langer dan de bedoeling was, dus de 10 eerste sluizen bleken een
dagvullend programma, waarbij we ook nog eens flink natgeregend zijn. We hebben
geen zin meer om te koken, dus gaan lekker uit eten met z’n allen.
De staircase! De boot op de foto is het schip dat ons haast ramde in de eerste sluis...
De dag erna laten we de boot even links liggen, en rijden we
de West Highland route met de camper van opa en oma. Prachtig! Hier zijn ook de
opnames gemaakt van de trein naar Hogwarts in de Harry Potter films. Halverwege
zien we de oude stoomtrein (die nu vol toeristen zit natuurlijk) langsrijden,
je waant je haast terug in de tijd. Het weer is wat Schotser dan de voorgaande
week, dus nat en koud, en met dramatische wolkenluchten. Maar dat werkt wel met
dit ruige landschap, het voegt een extra vleugje magie en mysterie toe.
De Harry Potter brug, oftewel het Glennfinnan viaduct
Apetrots op de steenmannetjes.
Prima plekje!
Past makkelijk!
De volgende dag varen we over Loch Lochy naar Loch Oich. Ook
hier is het erg mooi. Onze volgers vanaf de weg maken mooie foto’s van Tsuru
zeilend op Loch Lochy. We willen ook graag nog even vermelden dat we met een
50+-voeter in de sluis lagen, en dat we hem er gewoon uit zeilden. We hadden
wind in de rug, en ja, dat truukje kennen we natuurlijk nu wel. Passaatzeilen
in de kou. Go Team Tsuru!
Vlinderen op Loch Lochy.
Ha! Twee boten, zelfde kant op, dat is een wedstrijd. En wij winnen dik!
Tamelijk cool toch wel, dit soort plaatjes.
Opnieuw mag de boot een dagje uitrusten en trekken we erop
uit met de camper. Leuke afwisseling en mooie manier om net wat meer van het
land te zien dan alleen die delen die aan het water grenzen. We bezoeken het
mooie Eilean Donan Castle en stoppen op zo’n beetje elke mooie plek die we
tegenkomen. De volgende morgen vertrekken we bijtijds, maar leggen al na een
half uurtje weer aan bij Invergarry Castle. Het avontuurlijke paadje ernaartoe
weet de jongens nog het meest te bekoren. Daarna vervolgen we onze koers naar
Fort Augustus, de toegangspoort tot het legendarische Loch Ness. We zijn weer
een paar uur zoet met de vijf sluizen, waarbij we de volle aandacht van het
toegestroomde publiek hebben, dat voornamelijk uit Nederlanders en Aziaten
bestaat. Net na de sluizentrap leggen we aan, een fraai staaltje inparkeren, al
zeg ik het zelf. Dankzij de cameraploeg op de kant is er filmmateriaal van. Fort
Augustus stelt verder niet erg veel voor, maar is wel het meest toeristische
plaatsje in Schotland dat we tot nu toe tegenkwamen. Dat levert wel eens rare
situaties op – zo worden er ongegeneerd foto’s van ons gemaakt. Het is
natuurlijk ook heel boeiend om een foto in je album te kunnen plakken van zo’n Hollandse
tuttebol die zomaar de was ophangt op een zeilboot.
Bootje inparkeren
Eilean Donan Castle
Heel af en toe vinden we een rijpe framboos of braam!
Invergarry Castle
De sluizentrap in Fort Augustus.
En dan is het tijd voor Loch Ness, het hoogtepunt van deze
tocht! Nou ja, dat zou je denken. Eigenlijk is het maar ‘gewoon’ een meer, we hebben geen monster gezien, de andere meren waar we door gevaren zijn waren
mooier en het was ook nog eens beroerd slecht weer. Mogelijk was dat nog wel de meest doorslaggevende factor in ons niet geheel positieve eindoordeel van Loch Ness. Maar we kunnen weer wat
afstrepen. Bij Urquhart Castle ankeren we, maar het blijft maar regenen, dus
ons plan het kasteel te bezoeken valt in het water. We besluiten maar gewoon
weer verder te varen. Bij de laatste sluis van de dag, in de buurt van
Inverness, horen we dat één van de laatste bruggen op het traject defect is. Al
twee dagen kan er geen boot in of uit. We zien ons weather window om naar
Nederland over te steken al voorbij
trekken, maar maken van de nood een deugd en gaan naar Whin Park, tot
groot plezier van de kinderen. Een elektrisch treintje, het nodige speelgerei
en zowaar een droge middag is alles wat we nodig hebben. Als we later die
middag ook nog de wifi-code van de nabijgelegen camping weten te achterhalen is
de pret compleet.
Loch Ness bij zonsondergang.
Tsuru op Loch Ness. Lekker Schots weertje.
Vier seizoenen in één dag, dat zeggen ze van het Schotse weer. Deze foto vangt vier seizoenen in één lucht.
Uruqhart Castle
Uruqhart Castle met dramatische lucht en prachtig licht. Hierna ging het regenen, en dat hield de rest van de middag niet meer op.
Whin Park in Inverness. De machinist heeft er ook zin in.
De soep blijkt minder heet gegeten te worden, en de dag erna
wordt de brug geopend. Twee keer, dus we moeten wel op tijd zijn. Het wordt
weer een dagvullend programma, die laatste sluizen en bruggen, en inmiddels
zijn we er wel een beetje klaar mee. Om niet het risico te lopen dat we alsnog
vast komen te zitten in het kanaal gaan we ook de laatste sluis door, naar de
marina van Inverness. Daar hebben we de laatste ontmoeting met opa en oma, en
we bezoeken Fort George. Een enorm en goed onderhouden fort, waar je als je
wilt zo de hele dag zoet kunt zijn. Hoewel de jongens eigenlijk niet zo’n zin hadden
(ze wilden liever weer naar Whin Park) was het toch een groot succes. Een
beetje grinniken moesten we ook. Vanaf het fort kun je regelmatig tuimelaars
zien zwemmen in zee, en we hadden geluk, want ze lieten zich uitbundig zien.
Een vriendelijke mevrouw maakte ruimte, want zij zag ze toch heel vaak omdat ze
in de omgeving woonde. Jasper en Julian waren binnen een minuut klaar met de
dolfijnen. ‘Pffff, al zó vaak gezien.’ Het Dolfinarium staat de komende tijd
even niet op het programma.
Richting Inverness.
De brug die niet open ging, en toch wel.
We moesten nog even wachten op deze passerende trein voordat de laatste brug open kon.
De laatste sluis! Joehoe!
En dat vonden wij helemaal niet erg!
Fort George.
Dit vonden ze dus het leukste van het hele fort. Met blokken een fort bouwen en dat met een rubber balletje kapot schieten.
Inverness, de rivier Ness.
Intussen letten we goed op de weer- en windverwachtingen. Er
leek zich een soort van weatherwindow voor te doen. Eerst in zo’n 24 uur naar
Peterhead, daar een dagje wachten omdat de wind dan tegen zou staan, en
vervolgens met weinig, veel en een beetje wind in ruim drie dagen naar de
Roompot. En zo geschiedde. In Peterhead, een verder vrij troosteloos vissersplaatsje, deden we een lekkere lazy Sunday, en
lunchten we voor een habbekrats in de lokale pub. Ver achterin weggestopt, want
met kinderen moet je niet al te zichtbaar zijn kennelijk. De volgende morgen
rende ik nog een rondje, gooiden we de tank vol met diesel en vertrokken we na
de lunch. Het was een oversteek die onze liefde voor zeilen, zeker in deze
omgeving, niet echt vergrootte… Met name de tweede dag was echt hoogst
oncomfortabel. We waren er allemaal een beetje kribbig van. Gelukkig zeilde het
laatste stukje nog aardig relaxed.
Peterhead
Bye bye, Peterhead!
Sunset Sailing
Voor de laatste keer het gastenvlaggetje omlaag.
Dat is wel zo'n memorabel moment dat het twee keer moest gebeuren - ze wilden allebei!
Je komt nog eens wat tegen, zo midden op de Noordzee! Het was trouwens aardig druk, met veel schepen en boorplatforms.
Nederland in zicht!
En toen lagen we ineens in de Roompotsluis. Daar namen we
vorig jaar afscheid van onze verstekelingen, en vertrokken we. En nu, precies
13 maanden later, is het echt bijna afgelopen. Voordat we zondag vrienden en
familie weer in onze armen sluiten hebben we nog een paar daagjes om even te
landen samen. Het is fijn om dat op deze bekende plek te doen. Zelfs mijn
telefoon kende het wifi-wachtwoord nog. We aten (mosselen, schnitzel en
frikandellen) in het bekende restaurant, gingen zwemmen in het bekende zwembad.
We vergapen ons in het kleine supermarktje aan het enorme assortiment, en
vooral ook de producten die we al een tijdje missen. We wennen aan het idee dat
het nu echt voorbij is.
Bekend terrein!
Met een lach, en een traan. Maar die staat niet op de foto.
Nog meer bekend terrein!
Whaaah! Ze hebben hier pindakaas, hagelslag, brinta, krentenbollen en smeerkaas!!!