zondag 18 oktober 2015

Naar het binnenland

Op 17 en 18 oktober ging Michel met zijn ouders op pad. Hoewel we nog steeds geen definitief groen licht van de verzekering hadden, moest de mast er in de afgelopen week echt af. In de haven van Noordschans begon namelijk op woensdag een botenshow die drie weken zou duren, en al die tijd zou de mastenkraan niet bereikbaar zijn. Zo gezegd, zo gedaan.

Captain
Crew
Zaterdagochtend vroeg vertrokken de drie naar Noordschans. De boot was erg vies, en zo zonder mast was het maar een kaal gezicht. De dieseltank was niet meer bepaald vol, dus nog even snel een jerrycan volgetankt voor de zekerheid. De reservesleutel opgepikt bij de havenmeester. Om half 11 vertrokken. Er kwam zelfs een waterig zonnetje door, maar dat bleek de enige zon voor het hele weekend helaas. Het begin ging heel voorspoedig, zo voorspoedig zelfs dat we vergaten de track aan te zetten – die ontbreekt dus. Onder de Moerdijkbrug zetten we hem aan – zie onderaan dit bericht.

Het water was nog erg breed maar werd langzaamaan steeds smaller, waarmee ook de stroming (tegen!) toenam. En zo gleden we door het rustige Hollandse landschap, waarbij het ons opviel dat er maar weinig bebouwing was. Hoezo, druk bevolkt Nederland? Een enkel kasteeltje daargelaten, we voeren langs Slot Loevestein, bekend van Hugo de Groot, aan wie we het recht van de vrije zee te danken hebben. Bij Zaltbommel vonden we het mooi geweest en wilden we de haven aanlopen. De fenders en lijnen lagen al klaar, toen we gefotografeerd werden door een voorbijganger. Maar helaas liepen we vast – het bleek niet diep genoeg! Toen we naar buiten draaiden zagen we al vrij snel een bunkerstation in het water, met een aantal mensen, waar we aangelegd hebben om de dieselvoorraad te kunnen aanvullen. De wijzer stond nu namelijk wel onheilspellend ver naar links.

Gefotografeerd door een voorbijganger (1)
Gefotografeerd door een voorbijganger (2)
Slot Loevestein
Na de korte dieselstop tuften we dus maar weer verder, hopend dat we in Tiel wel de haven konden binnenvaren. Om half 8 ’s avonds liepen we in het pikkedonker heel langzaam de haven binnen met 2 meter waterdiepte, wetend dat Tsuru 1.80m diep steekt. Met dichtgeknepen billen konden we uiteindelijk aanmeren en gingen we snel het stadje in om een hapje te eten.

Geen havenmeester te bekennen, dus het havengeld hebben we netjes in een brievenbus gedeponeerd. Het was kermis in Tiel op de kade, dus een hoop herrie, maar desondanks sliepen we alle drie heerlijk.

’s Ochtends werden we wakker en zag de hemel veelbelovend blauw, maar al tijdens het ontbijt trok er snel een dichte deken van mist op. Pas om 11 uur konden we eindelijk op pad, we hoopten nog voor het donker in Arnhem aan te komen. De stroming (nog steeds tegen) werd alleen maar sterker, en de Waal kent geen zondagsrust, het was ontzettend druk. AIS bood uitkomst, hierdoor konden we om de bochten heen kijken en waren we niet afhankelijk van ons eigen zicht. We wisten welke grote schepen we konden verwachten. Het was nog kouder dan de zaterdag, dus we waren blij met de verwarming. Toen Nijmegen in zicht kwam ging het ook nog eens regenen. Toen we de bruggen van Nijmegen gepasseerd waren stond Marije met de jongens op de kant te zwaaien naar drie verkleumde mensen op een gemankeerd zeilbootje.
De bruggen van Nijmegen
Alles okee hier!
Drie verkleumde mensen op een gemankeerd zeilbootje
Bericht vanaf de kant: Het zag er inderdaad wat sneu uit, zo’n vieze, mastloze boot. Of eigenlijk moet ik zeggen: bootje, want naast de grote vrachtschepen die af en aan voeren, is zo’n 11 meter zeilbootje echt helemaal niks.
Vanaf de kant
't Is zo toch maar een klein bootje eigenlijk
Inmiddels hadden we maar liefst drie knopen stroom tegen en kropen we vooruit. Na de splitsing van de Waal met het Pannerdensch Kanaal voeren we plots met 8 knopen, we kregen de stoom mee! Het Pannerdensch kanaal was rustig, zeker in vergelijking met de drukke Waal. Het laatste stukje naar Arnhem ging dus lekker snel. Nog voor het donker konden we de tijdelijke haven in varen – op een erg smal plekje, zeker omdat de mast van de buurboot (die op het dek lag) nogal uitstak. Maar het lukte, zonder kleerscheuren. Marije stond al klaar op de steiger. We pakten snel de spullen, en propten ons met z’n zessen in de auto. Hup naar Lent! Na een snelle hap stond er nog een ritje op het programma, namelijk om de auto van mijn ouders in Noordschans op te halen.

Intussen zijn we in afwachting van stijgend water. De jachtwerf waar Tsuru de winter gaat doorbrengen is namelijk door de lage waterstand niet bereikbaar, we hebben nog 70 cm nodig. Duim voor deze ene keer dus maar voor veel regen. Mag gewoon in Zuid-Duitsland vallen hoor, hoeft echt niet hier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten