zaterdag 11 februari 2017

Een rustig leven in woelige baaien en op woeste baren

Het leven in de Pirate Bay kabbelde voort, terwijl wij steeds meer gingen schommelen. De swell kwam steeds vaker recht de baai in. Een beetje irritant, maar niet veel meer dan dat. Tenzij je op het strand wil landen met de bijboot - en dat wilden wij minstens eens per dag. Dan is het vaak een beetje spannend, maar we raakten geroutineerd in het tellen van de golven (ze komen in groepjes) en het precies op tijd in de plomp springen. Het scheelt dat we meestal niet van het strand af gingen (het dorpje bereikten we via een andere route, met een aanlegsteiger), dus het was niet erg om nat te worden.
Michel helpt even een vissersbootje in het water te laten.
Verse vis! We eten red snapper vanavond.


Nadat Jasper kappertje gespeeld had met zijn broertje als gewillig slachtoffer was Donatien (Agaath) zo lief om de schade enigszins te herstellen :) Voor de ultimate beach look wordt hij op het strand geknipt.

Stuurman in opperste concentratie!
Lunchen bij de Suckhole. Ja, zo heet het echt. De lunch was heerlijk en het uitzicht magnifiek!
Nadat we ons avontuur met de schroef een happy end hadden gegeven (de prins draaide de bout vast en we leefden nog lang en gelukkig), gingen we op pad naar Englishman's Bay. Adembenemend. Behalve de Island Lady lag er geen enkele andere boot, en het was er echt zo prachtig. Ik vrees dat ik nog wel vaker ga roepen hoe mooi het allemaal is, want we genieten zo... Het was weer heerlijk kliederen met zand en water. Uit de bergen kwam een klein riviertje richting zee, daar gooiden Jasper en Julian bladeren in, om ze naar zee te zien drijven. Met snorkelen kwam ik in een school minivisjes terecht die samen zo groot als een walvis waren.

Big Sister Rocks - 't is net een schildpad.

Het strand bij Englishman's Bay.

Chillen in de hangmat @Englishman's Bay

Island Lady @Englisman's Bay

Het strand is van ons! 





Soms zijn we dus in voor wat actie, en soms mondt dat uit in meer actie dan gewenst. Zo ondernamen we samen met Freya en Agaath een tripje naar de baai aan de andere kant, Anse Bateau. Werkelijk waar prachtig, zo uit een boekje. Met een knap resort erbij, helaas wel met flinke prijzen, anders  had ik wel geweten waarheen ik volgend jaar op winterzonvakantie zou gaan... Volgens de pilot (de reisgids voor zeilers) de meest relaxte baai om te liggen. Wij denken daar inmiddels iets anders over.

Er zijn twee routes naar Anse Bateau, binnendoor en buitenom. Binnendoor mogen we van de pilot alleen met fair weather doen, we vinden dat dat het is. Het lichtblauwe water markeert een rots net onder water, daar wil je niet overheen varen.

Dit is de rots aan de andere kant. Daar wil je ook niet tegenaan varen zegmaar.

Anse Bateau, Bleu Waters Inn

Freya in de baai.

Na ons gezamenlijke aperitief bij de resort-bar (we bestudeerden de menukaart en besloten dat een diner niet in ons cruisers-budget paste) taaiden we boot voor boot af om te gaan koken, eten, slapen. De golven waren al wat toegenomen. Maar ze werden erger en erger, en ook de wind zorgde dat de boten flink aan het anker rukten. Een onrustige nacht volgde. De Freya lag op rotsige grond, wat zorgde voor veel herrie van de ankerketting. Bij ons brak een pin af van de geleider van de snugger (als je niet snapt wat ik hier schrijf dan snap ik dat. Ondertiteling: er brak iets af, dat gaf veel herrie, maar het was niet zo heel erg.).  De volgende ochtend kon er maar één conclusie zijn: wegwezen. Dat had nog wat voeten in de aarde, want door de hevige rukken had de al niet meer helemaal topfitte ankerlier van de Agaath het begeven. Met vereende krachten wisten de heren het anker omhoog te krijgen, terwijl de dames op de respectievelijke boten de kindjes entertainden. Ik bakte een cake met de jongens en deed wat school. Dook er nog even in voor een snorkelrondje, totdat Michel me oppikte met de bijboot: "Agaath is los, we kunnen gaan!"
Aan boord van de Agaath wordt hard gewerkt.
Daar gingen we dan, gedrieën. Michel heeft intussen een goede reputatie als vlootleider, dus wij mochten voorop. Al gauw bleek dat vertrekken wellicht niet de beste keuze was. Wát een zeegang! Als troost kregen we een fantastische dolfijnenshow voorgeschoteld, zo spectaculair zagen we ze nog niet vaak. Driedubbele Rietbergers, achterwaartse flikflaks, je kunt het zo gek niet bedenken. En niet veel later lagen we alledrie weer stevig geankerd in de Pirate Bay.
De golven waren zo hoog dat de Agaath, die toch vlak achter ons voer, soms bijna helemaal verdween.

Met ook de Bluenose en de Bojangles in de baai, en even later ook de Zahree, hadden we weer een flinke Nederlandse enclave om ons heen. Er werd geborreld en gebarbecued op het strand, en we genoten van het kabbelende ritme van Tobago. De heren gingen op visexcursie, terwijl de dames koffie dronken en alvast alternatieven voor de lunch bedachten. We aten pannenkoeken.

We stelden ons vertrek wat uit, maar na 2,5 week Tobago vonden we het tijd om te gaan. Naar de échte Carieb. Met nog meer witte stranden, eilandjes, palmbomen, azuurblauwe zee en charterboten. Daarvoor moesten we wel nóg wat woeste baren trotseren. Een nacht lang was ons mantra: 'het is maar één nachtje.' Het waaide flink, we kregen pittige buien over ons heen. De golven waren niet mals. Maar als bij toverslag verdwenen die golven toen we Tyrell Bay op Carriacou invoeren, een klein eiland horend bij Grenada.
Land in zicht! Carriacou, Tyrell Bay.
We zagen verlaten boten, charterboten en enkele vertrekkersboten. Veel boten vooral, in de grote blauwe baai. Maar desondanks maakte de baai een wat desolate indruk. Ook op de kant bleek weinig te beleven, hoewel de mensen bijzonder vriendelijk en behulpzaam waren. We wisten al snel dat we hier niet lang zouden blijven. We sliepen een nachtje bij - wat wel nodig was na de half doorwaakte nacht ervoor - en gingen op zoek naar een onbewoond eiland. Dat deuntje klinkt al een week of wat regelmatig door de boot. De jongens zitten in een fase waarin billen, en zeker blote billen, hilarisch zijn (of blijft dat bij jongens zo?), dus ook zij vinden het een geweldig nummer.



Tyrell Bay.

Tyrell Bay.

Zonsondergang in Tyrell Bay.
Afijn - het onbewoonde eiland. Dat vonden we vrij rap, met hulp van de pilot: Sandy Island. Een strook zand met palmbomen en het prachtigste blauwe water. Een decennium geleden verwoest door een orkaan, maar de palmbomen zijn alweer dapper aan het terugkomen. We waren niet helemaal alleen, want er lagen nog wat bootjes (hoewel, bootjes... de gemiddelde boot hier is een catamaran van 40 a 50 voet, daarbij vergeleken zijn wij een optimistje) en vanaf het tegenovergelegen plaatsje Hillsborough werden af en toe bootjes met bezoekers gedropt, maar het voelde als ons privé-eiland. Het was er schitterend, niet alleen boven, maar ook onder water (wat een pech dat nou net onze onderwatercamera het echt begeven heeft). We zagen de prachtigste vissen, een schildpad en roggen. Zo'n plekje waar je het best een tijdje uit kunt houden. "He, he, we zijn er eindelijk," zei ik tegen Michel, en we schonken een glaasje cava in.
Onze beachboy! #blond #grotemensentanden

Sandy Island geeft haast licht!

Blauw water, onbewoond eiland... Wat maakt het uit? Superman en Batman hebben ook gewoon hun boterham met pindakaas nodig!

En het is heus niet altijd rozengeur en maneschijn. Toen we naar het strand wilden, startte de buitenboordmotor niet. De bougies werd vervangen en huppa, hij deed het weer. Dat hadden we een half jaar geleden moeten doen...

Tsuru @Sandy Islandd

Sandy Island Beach.

Tien jaar geleden volledig verwoest, dus de palmbomen zijn nog ukkies. Wij doen 't ervoor.

Ons uitzicht.

We hadden echter dringend brood nodig, en dat verkochten ze niet op het onbewoonde eiland. Natuurlijk hadden we het ook zelf kunnen bakken, maar dat bedachten we te laat voor de lunch. Bovendien moesten we bij Sandy Island 10 US dollar per nacht betalen om aan een mooring te liggen - ankeren niet toegestaan, en ja, we moeten op de kleintjes letten, zeker gezien de prijzen voor levensmiddelen hier (twee fabrieksbroden en een doos eieren zijn net zo duur als een nachtje aan de mooring). We gingen dus een hele mijl verder, naar Hillsborough. En hier hobbelen we nu achter ons eigen anker. In de verte zien we Sandy Island, en nog een stuk of 10 andere eilandjes. Genoeg te ontdekken in deze schitterende, warme, azuurblauwe zee. En dat gaan we maar eens doen, de komende tijd!

Zonsondergang @Hillsborough


1 opmerking:

  1. Wat een lust voor het oog voor mensen zoals ik die blauw als favoriete kleur hebben... Herinneringen aan de Whitsunday Islands (voor de kust van Queensland, Australië) ploppen op...

    BeantwoordenVerwijderen