Snel, snel, geld moet
rollen
White Bay, Jost van Dyke, British Virgin Islands. Westelijker komen we niet, deze reis. We varen
behoedzaam tussen het rif door en ankeren vlakbij een catamaran met
dagjestoeristen en vlakbij het strand. De krappe baai ligt stampensvol gigantische
catamarans. We kijken hier onze ogen uit. Zeker 90% van de bezoekers van de BVI
is Amerikaans. Alles gaat snel, groots en meeslepend en geld speelt geen rol. Zonder
blikken of blozen worden grote bedragen neergeteld voor vertier. Of voor een
mooring. Het is immers vakantie, en als je al 15 mille hebt betaald voor de
boot, wat maken die paar dollars dan nog uit? Een biertje kost meestal zo’n 5
dollar. We hebben al meerdere keren gezien dat Amerikanen daar bij wijze van
fooi het dubbele, of nog meer van maken. Tja, dan ben je als horeca-uitbater
natuurlijk ook gek als je ’t er niet voor vraagt. Ze betalen toch wel. Geld
moet rollen. De meeste boten doen twee bestemmingen op één dag. Een lunchstop
en een plekje voor het diner en de nacht. De maaltijden worden uiteraard
genoten in één van de horecagelegenheden op de kant, of aan boord, maar alleen
indien er een crew ingehuurd is, meestal bestaande uit een jongen en meisje van
halverwege de twintig, waarvan hij dan de schipper is en zij kookt en drankjes
inschenkt. Er wordt snel gesnorkeld, waarbij allerhande drijfmiddelen
onontbeerlijk schijnen te zijn. ‘s Middags werd een grote catamaran uitgeladen:
40 mannen en vrouwen, waarvan de meesten al beschikten over ruim voldoende
drijfvermogen, dobberden met een gele zwemband om naar de kant, 30 meter
verderop. Het water was op z’n hoogst 2,5 meter diep en 27 graden warm. ’t Zal
wel iets met aansprakelijkheid te maken hebben… Na een wandelingetje over het
strand, een hapje, een drankje en een t-shirt, gingen de zwembanden weer om,
dobberden ze terug naar de catamaran en vertrokken weer. Op naar de volgende
stop. De Amerikanen zijn vrolijk, hartelijk. Er wordt gelachen. Ze zijn
bijzonder communicatief, iedereen wenst je op z’n minst een fijne dag. Want
natuurlijk is het een fijne dag. Wat zeg ik, het is Great!!!! Dat moet wel. Het
is immers vakantie.
Hoewel wij voor ons doen best een redelijk tempo hebben, we
verkassen zo’n beetje om de dag, lijkt het hier of we alles in slow motion
doen. We zien in twee dagen tijd zo’n vier keer alle boten om ons heen komen en
vertrekken. Snel, snel. Zo veel mogelijk vermaak in één dag. Het moet gezegd
worden: de British Virgin Islands zijn ook gewoon prachtig. Er zijn zoveel
mooie plekjes, dat je wel haast moet maken als je alles in een week wilt zien.
Gelukkig hebben wij iets langer.
De BVI-economie moet het niet van ons hebben. We zijn hier
nu een week en hebben welgeteld 20 dollar uitgegeven. Omdat de prijzen hier
door die ‘big spending’ Amerikanen zo achterlijk hoog opgedreven zijn, hebben
we op St. Maarten flink ingekocht. We kunnen nog een paar dagen vooruit. Ook
liggen wij, in tegenstelling tot die 90%, nooit aan een mooring. Die kosten 30
dollar per nacht, terwijl ons eigen anker allang betaald is.
We zoeken de plekjes op die in de Pilot staan beschreven als
‘off the beaten track’, ‘off limits for most charter companies’ of gewoon als
reuze moeilijk te bereiken. Meestal valt dat reuze mee, maar charteraars nemen
het risico meestal maar niet, dus liggen we tot nu toe steeds best okee en
rustig. Varen is hier net als op het IJsselmeer. Gezellig druk. De boten zijn
alleen iets groter, het water is blauwer en de temperatuur stukken aangenamer.
White Bay op Jost van Dyke: zwemmen naar het mooie witte strand, waar de dagjesmensen hun souvenirs kopen. |
White Bay, Jost van Dyke: de buren. |
Dikke maagd
We begonnen ons tripje aan de BVI op het eiland Virgin
Gorda, wat dikke maagd betekent, als mijn kennis van de Spaanse taal me niet in
de steek laat. We hadden een nacht doorgevaren vanaf Sint Maarten. Een prima
tochtje onder de volle maan, waarbij we alleen een paar keer aan de bak moesten
omdat de wind wat ingewikkeld deed in de buurt van een bui. Terwijl we bezig
waren met de zeilen, zagen we ineens een regenboog. Wonderlijk. Nooit geweten
dat dat kon, ’s nachts.
‘s Ochtends dropten we ons anker voor de haveningang van
Spanish Town, waar we moesten inklaren. Het anker hield niet, tot… kloeng… hij
wel hield. Nogal goed. We hadden een rots te pakken. Het was een rollerig
ankerplekje, dus we besloten sowieso na het inklaren weer ankerop te gaan, of
dat in elk geval te proberen, en Michel planeerde in Storm naar de kant om de
formaliteiten af te handelen. Daarna zouden we wel zien of het anker weer los
wilde komen… De schipper dook een paar keer naar het 6 meter diep liggende
anker, en kreeg hem gelukkig los. We konden doorrrrr, ons er nog niet van
bewust dat we dat keurig in het Amerikaanse chartertempo deden.
We gingen naar Savannah Bay, net om de hoek. In de pilot
werd deze baai beschreven als niet toegestaan voor de meeste charteraars, omdat
de ingang tussen het rif is en niet beboeid. Het strand is er echter
schitterend en d’r viel leuk te snorkelen bij dat rif, dus ons leek het wel wat.
Net buiten de baai lag de Savannah, een super(motor)jacht, ooit gemaakt voor
Steve Jobs, en inmiddels in handen van een Zweedse energiemagnaat. Het schijnt
hem 200 miljoen gekost te hebben.
Wat de pilot vergat te vermelden, was dat deze baai in het
paasweekend een verzamelplaats is van Puerto Ricaanse motorjachten, die daar
met de ganse familie de kruisiging komen herdenken. Of paaseieren verstoppen. Op
het hoogtepunt lagen er zeker een stuk of 20 boten, allemaal aan dezelfde kant
van de brede baai als wij. Gebroederlijk aan elkaar vast, en allemaal met twee
ankers, zodat ze niet te veel draaiden. Wisten wij veel, toen we kwamen was er
nog maar eentje... De eerste dag was het geen probleem, we lagen net buiten het
motorbotenveld, en de wind stond gunstig dus het geluid ging de andere kant op.
De tweede dag was de wind echter gedraaid en lagen wij omgekeerd (wij hadden
maar één anker): precies in het midden van het feestgedruis. We werden steeds
verder ingesloten. Tijd om verder te gaan!
Het leek zo'n lekker rustige baai... |
Gezelligheid! |
Met het strand was vrij weinig mis! |
Lego, appeltaart,
popcorn en paaseieren
We kwamen uit bij Eustatia Island, en keken uit op Saba
Rock. Daar moeten ooit Nederlandse invloeden zijn geweest. Aan de andere kant
keken we uit op Necker Island, het privé eiland van Richard Branson, waar Obama
bijkwam van zijn regeringsperiode. Je hebt vast de voor-na foto’s gezien: van
een uitgebluste, grauwe president naar een stralend bruine, ontspannen kerel in
een leren jack. Dat is wat de BVI met je doen!
Na een snelle snorkelsessie (we leren het al, dat tempo!)
kwamen we terug op de boot en zagen we een bijbootje aan komen varen, met een
meneer en een jongetje. Het bleken Walewijn en Quirijn van de Antares, een boot
die inmiddels 3 jaar op pad is. Ze hadden ons op de AIS gezien en kwamen ons
uitnodigen voor de zesde verjaardag van Quirijn, de volgende dag. Julian kon
niet wachten, hij was zo benieuwd welke lego Quirijn allemaal had! Leuk om
eindelijk eens een leeftijdsgenootje te treffen. We aten de volgende ochtend dan
ook heerlijke appeltaart en nadat ze allemaal wat ontdooit waren speelden de
jongens gebroederlijk met de lego.
We deden nog een snorkelsessie bij wijze van schoolexcursie.
Er werd daarna driftig geverfd, geplakt en gekleurd om alle indrukken vast te
leggen. En hup, weer doorrrrr. De wind begon wat aan te trekken, en ook de
golfhoogte nam behoorlijk toe, van iets meer dan een meter tot ruim 2,5 meter
op open zee. Dat merk je. We waren inmiddels beland bij Marina Cay, een
piepklein eilandje, waar ooit, lang geleden door een verliefd stel een
hotelletje op gezet is. Er is een steiger, twee restaurants en een kleine
winkel. Ook zagen we er twee dolfijnen. Snorkelen zou er ook goed moeten
kunnen, maar de golven en wind maakten dat weinig aantrekkelijk. We bleven dus
lekker liggen waar we lagen en hielden een bioscoopmiddagje, met versgepopte
popcorn. Intussen werd het ook nog pasen, en verfden en verstopten we eieren.
Eustatia Island |
Op snorkelexpeditie. De jongens snorkelen overigens bij voorkeur zonder snorkel. |
Blij met z'n ei. |
Bubbly bubbly
De wind nam een klein beetje af, de swell nog niet. Maar we
lieten ons niet meer tegenhouden voor ons tochtje naar Little Jost van Dyke.
Daar was zo’n swell wel opportuun namelijk. In de ankerbaai lagen we heerlijk
rustig. Qua golven dan, qua boten was het best druk. Net om het hoekje vanaf
ons ankerplekje zagen we de flinke golven breken op het rif. En een kleine
kilometer verderop zorgden de golven voor een waar spektakel. We vonden daar ‘Bubbly
Pool’, waar het water door een gat in de rotsen naar binnen en buiten kolkt,
waardoor een soort bubbelbadeffect ontstaat. En na wat klauteren op de rotsen
kwamen we op een plek waar de golven woest uiteenspatten en zich tussen kieren
en spleten doordrongen, hoog spuitende geisers vormend. Gaaf om te zien!
Achter het rif lagen wij veilig en beschut - van de hoge golven geen last! |
Na nog een wat chillen op het strand verkasten we twee dagen later naar het grote Jost van Dyke,
vernoemd naar de Nederlandse piraat Joost van Dijk, en lagen we in White Bay in
2,5 meter (on)diep helder water, ons te verbazen over alles wat we om ons heen
zagen gebeuren. En intussen gewoon weer lekker te zwemmen en zandkastelen te
bouwen. Tegen de avond werd het rustiger in de baai en gingen de meeste
horecagelegenheden zelfs dicht. Toen we rond 10 uur ’s vanochtend de baai
verlieten, was er nauwelijks nog iemand. Iedereen was al vertrokken, en de
lunchshift moest nog aankomen.
Kiezeltorens bouwen. |
Wij verruilden de ondiepe ankergrond voor 11 meter onder de
kiel, bij Norman Island. Terwijl ik dit typ, hoor ik bij de Pirates Beach Bar
YMCA uit de speakers schallen. Er liggen misschien wel 100 boten in deze baai.
En dat is bijzonder handig, want dan zit er altijd wel een boot tussen met een
open netwerkje en kunnen wij mooi meeliften op de wifi. Vanmiddag verkenden we
de onderwaterwereld en grotten, hier vlakbij, bij Treasure Point. Prachtig. Zo
wonderlijk is het helemaal niet, dat al die toeristen hier komen.
Op ontdekkingstocht in de grotten. |
Wat een boeiende verhalen weer!
BeantwoordenVerwijderen