We zijn onderweg van Ilha de Culatra in Portugal naar Rabat
in Marokko, een tocht van (wederom) een kleine 200 mijl, zo’n anderhalf etmaal.
We vertrokken maandagochtend om 6 uur, om dinsdag rond het eind van de middag
aan te komen. Dit is inmiddels de vijfde tocht waarbij we één of meerdere
nachten doorzeilen, dus we beginnen wat ervaren te worden in de nachtwachten.
Het is nu half drie, en een half uur geleden heeft Michel me gewekt om hem af
te wisselen.
Het slaap-waak-schema
Want hoe werkt dat nou, die nachten? Om 20u gaat het
wachtschema in, en draaien we afwisselend wachten van 3 uur. We proberen te
zorgen dat de kinderen tegen die tijd ook in bed liggen. Vaak komt Jasper in
ons bed liggen. Dat gaat makkelijk, want er is er toch maar één van ons tegelijk,
en de jongens gaan beduidend sneller slapen als ze niet naast elkaar liggen. Het
blijft toch verleidelijk, even keten met je broertje als hij dan toch naast je
ligt.
De zon ging onder rond half 8, we merken duidelijk dat hoe
zuidelijker we komen en hoe later het wordt in het seizoen dat dit steeds
eerder is. Toen we een kleine maand geleden van Lissabon naar de Algarve voeren
was de zonsondergang nog rond 8 uur, en nog een maand eerder, toen we de Golf
van Biskaje overstaken, ging de zon pas onder als ik al riant onder zeil was en
Michel halverwege z’n eerste shift.
De zon gaat onder, de nachtwacht begint |
Tot nu toe deed Michel steeds de eerste wacht, met name
ingegeven door mijn natuurlijke ritme, waarbij ik later op de avond lekker
wakker word. Ik merkte echter dat mijn slaapritme na zo’n nachtwacht weer even
flink ontregeld was, dus nu hebben we het omgedraaid: ik doe de wacht van
20-23u, Michel die van 23-2u, ik van 2-5u en vervolgens Michel van 5-8u.
Je hoofd even naar
buiten steken
Inmiddels zijn de nachten wat minder koel, en zitten we wat
vaker buiten, maar vaak zitten we ook het grootste deel van de tijd binnen. Wat
lezen, een filmpje kijken, school voorbereiden, een blogje typen… En dan om het
kwartier zo’n beetje even je hoofd naar buiten steken, even goed rondkijken en
op de plotter kijken of er andere schepen in de buurt zijn. De stuurautomaat doet de rest.
Zo gaat het als de zee
en de wind niet te ruig is, en er weinig verkeer in de buurt is. Tijdens de tochten langs de Portugese westkust was
het niet altijd even relaxed, maar nu varen we met weinig wind en een zeer
acceptabele deining richting het Afrikaanse continent. Dat maakt het ook een
stuk makkelijker om te slapen als je geen dienst hebt. Op een beukende zee waarbij je van
links naar rechts en voor naar achter deint schrik je toch regelmatig even
wakker van een onverwachte beweging.
Tomtom te water
De plotter is min of meer onze tomtom, met onze positie
weergegeven op de zeekaart en met live informatie van het overige verkeer met
AIS. Alle beroepsvaart is voorzien van AIS, hoewel vissersboten het niet altijd
aan hebben staan. Die willen de concurrentie niet wijzer maken dan nodig
natuurlijk. Ook veel zeiljachten hebben AIS, hoewel we in Portugal
merkten dat de lokale boten meestal niet zichtbaar waren. Ook wij zijn op deze
manier zichtbaar voor andere boten, en dat is ook wel een prettig idee. Overigens
hebben wij zelf geen radar, maar wel een radarreflector, wat onze zichtbaarheid
ook vergroot.
Elke boot die we zien kunnen we aanklikken om te bekijken
hoe zijn koers zich verhoudt tot de onze. We zien dan of hij ons voor of achter
kruist (of dat we op ramkoers zitten), wat de ‘closest point of approach’ is en
wanneer dat moment zich voordoet. Je ziet de boten al lang en breed aankomen
voordat je ze met het blote oog kunt zien. Zo zijn er momenteel een paar boten
min of meer in de buurt die ons binnen 1 a 2 uur op zo’n 1,5 a 3 mijl passeren.
Vrachtschepen varen over het algemeen een steady koers, maar vissersboten zijn
altijd een beetje tricky, die willen nog wel eens (bijna) stil gaan liggen om
te vissen (joh…), of ineens een andere kant op varen. Als er een boot in de
buurt is blijft het altijd even wat meer opletten dus. Overigens kunnen we het
scherm van de plotter ook op één van de tablets projecteren, dus dan kun je ook
binnen heel makkelijk de boel in de gaten houden. Wanneer een boot erg dichtbij
komt (wat relatief is: bij een grote tanker of containerschip, die makkelijk
300 meter lang zijn, vinden we het dichtbij als het minder dan een mijl is zo’n
beetje).
De iPad heeft ook een tomtomfunctie, daarin staat onze
route, en houden we onze eigen ‘track’ bij. De iPad gebruiken we om te kijken
of we nog de juiste koers varen. Zo niet, dan sturen we wat bij. En natuurlijk
gaat het ook ’s nachts soms meer, minder of uit een andere hoek waaien, dus
moeten de zeilen af en toe bijgesteld worden. Vannacht dus weinig wind, tijdens
mijn eerste wacht viel de wind helemaal weg, dus heb ik het grootzeil ingerold.
Michel rolde het 1,5 uur later weer uit en zo blijven we leuk bezig.
Alleen in het donker
Tijdens mijn eerste wacht vanavond was het aardedonker. Het was
bewolkt, geen sterren en geen maan te zien. Inmiddels breekt de bewolking wat
door, schijnt de (nog bijna volle) maan en is de zee mooi verlicht. In de
golven die breken op de boot zie je de zee echt licht geven door alle fluorescerende
deeltjes die erin zweven. Dat zie je trouwens ook als je de wc doortrekt in het
donker, maar wellicht is dat too much information. Het is heerlijk om zo
helemaal alleen – er is geen schip te zien met het blote oog, wel op de
plotter, maar allemaal op riante afstand – wat rond te kijken in het donker.
Als het helder is zijn de sterren ontelbaar.
Bijzondere
ontmoetingen
Soms zie je zelfs nog de nodige fauna, zo diep in de nacht.
Langs de Portugese kust waren dat dolfijnen, maar soms zijn het ook
onverwachtere gasten. Net voordat ik Michel wilde wakker maken, het was vijf
voor elf en ik zat nog even op de trap met een spelletje op mijn telefoon de
laatste vijf minuten de doden. Ik hoorde een ratelend geluid, vlakbij mijn
hoofd, keek op, en er zat een werkelijk gigantische libelle (of iets soortgelijks). Die doet
natuurlijk geen vlieg kwaad (of wel? In elk geval geen mens), maar ik heb toch
maar fluks mijn heldhaftige echtgenoot gewekt om mij te redden van dit monster.
Wat zo’n beest zo ver uit de kust doet, en hoe hij dat überhaupt levend redt,
is me een raadsel… Natuurlijk was het leuk geweest om er een foto van te maken,
maar dat was even niet mijn eerste ingeving.
Nachtelijke regels
Afijn, terug naar de nacht. Tijdens de nachtwachten hebben
we een paar duidelijke regels: altijd het reddingsvest aan, buiten altijd
aangelijnd, ook in de kuip, en nooit het dek op zonder de ander wakker te
maken. Je bent immers alleen, en hoewel ons reddingsvest voorzien is van een
alarm (als we in het water zouden vallen gaat er op de marifoon een alarm af
met onze positie, zodat we nog terug te vinden zijn), is het natuurlijk
levensgevaarlijk om dan te water te raken.
Half 4. Hoog tijd om mijn hoofd weer even naar buiten te
steken!
Mooi informatief stukje.
BeantwoordenVerwijderen