zaterdag 26 november 2016

Cabo Verde - beating the odds

We kabbelden voort tijdens onze oversteek, met zowaar op de laatste dag nog wat meer wind. Ook weer flinke klotsgolven, dat dan weer wel. Je kunt niet alles hebben. De oversteek was niet helemaal wat we ervan verwacht hadden. Echt in het zennnnn ritme van golven, eten, waken, slapen kwamen we niet lekker. De jongens deden gezellig mee, dus het was af en toe best even pittig. Verder zagen we na de grienden op de eerste dag op een paar dolfijnen 's nachts geen enkel zeezoogdier meer langskomen. Voor het eerst op een lange tocht dat het zeeleven zich zo gedeisd hield. Jammer, want een paar springende dolfijnen fleuren de boel toch altijd weer even op. Wel zagen we grote groepen vliegende vissen, spectaculair! Net kleine vogeltjes, zoals ze vele meters net boven het water afleggen.

Het vissen hielden we (pas op de laatste dag, we zijn volhouders) na acht verdwenen aasjes voor gezien. Ik gooi pas weer een lijn uit als we fatsoenlijk visspul hebben. Oftewel, verbeterpunten voor de komende oversteek:

  • Terug naar het oude wachtschema 3-3-3-3. Nu was mijn laatste 'slaapdienst' van 7-10 uur, waardoor ik het gevoel had de halve dag alweer kwijt te zijn, en wachten van 4 uur zijn eigenlijk net wat te lang (we deden nu 4-4-3-3).
  • Strakker ritme, met ingebouwde rustmomenten voor ons, waarschijnlijk gewoon als dagritme op de muur geplakt, zodat het ook voor de jongens duidelijk is wanneer ze eten, school doen, onze onverdeelde aandacht krijgen of zich even zelf moeten vermaken.
  • Beter visspul.
Bye bye, La Gomera


De gennaker weet zelfs het minste zuchtje wind te benutten.

Zeilfie

Prachtige zonsondergang. 
Lekker kleien.



Zee, zee, niets dan zee.

Er moet natuurlijk ook gewoon gekookt worden. Pannenkoeken in de maak!

Recht zo die gaat!

Weer een zonsondergang tegemoet.


Sinterklaastijd! Twee Pietjes aan boord! De schoenen werden gezet, en zowaar nog gevuld ook!

Pepernoten bakken.

De laatste avond kregen we een verstekeling aan boord. Wat doet zo'n klein vogeltje 80 mijl uit de kust? Hij vond de schoolspullen maar interessant. Hij was al erg verzwakt, want zo tam als wat. De volgende ochtend, vlak voordat we Sal aanliepen, vonden we hem dood in de kuip. Hij kreeg een zeemansgraf.

Tijd voor het Kaapverdiaanse gastenvlaggetje. Zelf gemaakt, met dank aan de door Bou en Ika meegebrachte textielstiften. Daaronder hangt de gele Q-vlag, die je dient te voeren als je een nieuw land aandoet en nog niet ingeklaard bent.

Land in zicht!

Nog een verstekeling die het niet overleefd heeft: een vliegende vis.

En, wel verdiend, er mag een volgend land opengekrast worden!


En toen kwamen we op zondagochtend, bijna precies 7 dagen na vertrek, aan op Sal, in de baai bij Palmeira. We gooiden ons anker de grond in (3 keer, u kent het spreekwoord wel), en daar waren we: Afrika! (Again, maar dit is toch echt weer ander Afrika dan Marokko). Het Afrika, waar de zon altijd schijnt en waar het nooit regent. Uhmmmm... Volgens de statistieken zouden we zo'n 9 uur zon per dag moeten hebben, en in heel november 1 dag met regen. Ook hier is de klimaatverandering kennelijk voelbaar, want we hebben tot nu toe op één dag na elke dag regen gehad, en kijken vrijwel continu tegen een grauwe lucht aan. Af en toe grappen we cynisch dat we net zo goed in Nederland zouden kunnen zijn, maar hee, wie in Nederland heeft er vandaag een duik in zee genomen?
Ankerbiertje!

Een dag later kwamen ook de andere boten aan. We zagen ze al aankomen op de AIS en hadden broodjes voor ze gehaald. 's Avonds borrelden we eerst met de Agaath en de Zahree, en na het eten nog met de Freya bij de Grutte Grize. Onze kleine vertrekkerscommunity. We ontmoetten de Duitsers en hun Tsjechische opstapper van de Eden, die we onderweg steeds op de AIS hadden gezien, de Zweden die we nog kenden uit Rabat en de Fransen die naast ons lagen op Tenerife.
Storm is er weer klaar voor!

De Grutte Grize arriveert.

Even een rondje zwemmen.

En daar is ook de Freya.
De kinderen hier vinden het maar wat leuk om met die Nederlandse jongetjes te spelen. Een paar dagen later zegt Jasper zelfs een nieuw vriendje te hebben, een jongetje waarmee hij in de speeltuin op de glijbaan mee speelde.

De volgende dag nemen we een aluguer (iets tussen een taxi en een bus in) naar Espargos, het net iets grotere plaatsje een paar kilometer verderop. Het kleine busje wordt goed volgepropt, onder meer met een teil vol vis en een vers gevangen tonijn (zij wel!). In Espargos vinden we ijsjes, tot groot plezier van de jongens, en doen we wat boodschappen. De supermercado's zijn klein en niet al te best bevoorraad. Groente is schaars, want moet volledig worden geïmporteerd. Grotendeels koop je groenten in porties ingevroren. Net als vlees. Dat doen wij dus ook maar. Verder vinden we er wel tot onze grote verbazing Brinta. Maar ja, dat hebben we niet nodig, want groots ingeslagen in de Nederlandse winkel op Tenerife.

Wat leuk is om te zien is dat onze jongens heel goed doorhebben dat de kindjes hier lang niet zoveel speelgoed hebben als zij. Soms moeten we ze er even op wijzen. Een kindje dat met een autoband speelt, een ander die met een kruiwagen rondrijdt, een meisje dat muziek maakt met een conservenblik, een jongen die trommelt met een stok op een plastic bekertje. Ze zijn als een kind zo blij met ons afval waar het kapotte zwaard van Julian in zit. Daarop volgend zien we Jasper en Julian steeds vaker iets vinden waar ze 'muziek' mee te maken. En ook redenaties als 'wat moet je doen als je geen geld hebt om water te kopen?' zijn niet van de lucht.
Speeltuin! Ja, ook in Palmeira.

Espargos

Espargos

Espargos

Espargos

In Espargos hebben ze ijs!
Intussen wordt er ook hard aan school gewerkt.

Jasper maakt een poster over communicatie op de boot.

Terug in Palmeira treffen we de bemanningen van de andere Nederlandse boten. Michel sjeest nog even met Storm naar Tsuru om onze diepgevroren groente en vlees in de koelkast te stoppen, maar daarna kan het los. We hebben een heerlijke namiddag en avond, het bier vloeit rijkelijk en we vinden een eettentje waar we hamburgers en friet eten. Net na onze bestelling wordt er direct extra personeel opgetrommeld en we zien de aardappels voor de frietjes geschild worden, verser kan niet. De voetbal- en pooltafel zetten aan tot gezonde competitie en de kinderen spelen heerlijk met elkaar. Net wat die guppen van ons even nodig hadden - en wij ook. Ze missen hun vriendjes soms best.
Beetje donker, maar dit is hoe gezelligheid eruit ziet.
De dag daarop schijnt zowaar de zon! De Robert en Ties van de Grutte Grize komen even langs en zijn benieuwd hoeveel stroom we maken. Hulde aan Michel z'n voorbereidingen, want tot nu toe zijn wij de enigen die geen stroomissues hebben, we hebben met dank aan de zonnepanelen altijd genoeg, zelfs op bewolkte dagen. Het scheelt ook wel enorm dat we nieuwe, en dus zuinige apparatuur hebben, maar we hangen dagelijks de tablets, telefoons en de ipad aan de lader, vaak ook de laptops en als we onderweg zijn bakken we om de dag een brood in de machine. De waterkoker is een grote stroomslurper die ook wel een paar keer per dag aan staat.

Afijn, de zon schijnt dus. We gaan zwemmen! Ik ben benieuwd hoe het anker ligt, omdat we regelmatig iets horen wat op geschuur tegen rotsen lijkt, dus ik zet mijn snorkelmasker op en zwem ernaartoe. Het zicht is goed dus ik hoef niet te duiken om te zien hoe het anker op 6 meter diep belabberd ligt. Tussen twee rotsen, op z'n kant met de punt in een lus van touw. Michel neemt ook een kijkje en is not amused. We willen die middag vertrekken, dus het is wel even een dingetje: hoe gaat het anker loskomen? Michel doet nog een poging er naartoe te duiken en het los te wrikken, maar dan is 6 meter toch best diep. We besluiten het zo te laten en het erop te wagen. Michel doet wat laatste boodschappen, haalt 60 liter water en brengt het afval weg. We ruimen de boot op, en dan is het zo 4 uur.
Even het anker checken.

Ons uitzicht in Palmeira.

Als we die middag het anker op willen halen ligt het inderdaad goed vast, maar we zijn voorbereid. We varen er rustig overheen, en zowaar, het komt los. We groeten nog even de dames van de Agaath en Freya (de heren zijn op pad), en varen vervolgens achter de Grutte Grize aan richting Sao Nicolau, zo'n 16 uur varen. Er staat een mooie wind, en al gauw lopen we 5,5 a 6 knopen. Het duurt maar een paar uurtjes voordat we de Grutte Grize, die een half uur voor ons vertrok, ingehaald hebben. De wind neemt gedurende de nacht af, maar pas tegen de ochtend hoeft de motor aan, in de luwte van het eiland.


De zonsondergang tegemoet

Er ligt een groene waas over de bruine rotsen en we vragen ons af of dat door de regen van de afgelopen tijd komt. Wanneer we bijna onze bestemming hebben bereikt, zien we twee catamarans voor anker liggen in een baaitje met zandstrand. Dat ziet er aanlokkelijk uit! We ankeren tussen ze in en roeien naar het strand, waar we door een enorme surfgolf opgesmeten worden. Met dank aan de waterdichte tas zijn onze spullen droog gebleven. De jongens rennen direct het zandduin op en we struinen tussen de basalt rotsen. Wat een heerlijk plekje! Omdat we toch wat rollerig liggen besluiten we onze tocht na de lunch voort te zetten. Eindelijk zien we weer eens een groep dolfijnen.














We droppen ons anker bij Tarrafal, Sao Nicolau, en constateren dat we hier minstens zo rollerig liggen als in het vorige baaitje. We blijven lekker aan boord, want we zijn wel even gaar van een nachtje doorvaren. Morgen ontdekken we wel weer verder!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten